Dacht ik laatst: het aardige van zo’n chapbook is dat je een dichters’ werk snel tot je kunt nemen en snel tot een besluit komt: dit spreekt me aan, dit niet. En dat je bij de mindere uitkomst kunt zeggen dat zo weinig gedichten niet representatief kunnen zijn voor heel het dichters werk. Dat er meer en beter in het verschiet ligt.
Het moeilijke van een chapbook – dat als hoofdstuk meestal weinig gedichten bevat – is dat elk gedicht moet ‘staan’, dat je niet nonchalant kunt zijn met wat je aan poëzie brengt, want die speelruimte is er niet. Een gemakkelijk of minder geslaagd gedicht valt in een kleine serie snel op, en verzwakt dat geheel.
Een chapbook kan naar mijn idee dus niet zomaar wat gedichten zijn met een kaft eromheen. Ik zie liever een bundel waaraan een centraal ontwerp ten grondslag ligt, maar dat dan uitgewerkt naar alle grenzen van dat idee. Het chapbook van Bas Geerts, Winterreis, is in zijn thematiek in elk geval helder. De dertien titelloze gedichten behandelen het verglijden van de wintertijd, en ik vermoed dat daartussen een relatie schemert, omdat er hier en daar sprake is van een wij en een ons. Alleen het eerste gedicht, de eerste regels geven aanleiding tot die interpretatie, met
Het komt
we zien het
handhaaft zich
Daarna is het zoeken naar die relatie. En wellicht zit die er gewoon niet in. Misschien is Winterreis precies wat de titel stelt: een reis door de winter(tijd). De taal sluit daar in elk geval op aan. Die is uitgebeend en kaal, en blijft door talloze weglatingen en een overvloed aan enjambementen soms met moeite binnen de grammatica. De langste zin telt vijf woorden, de meeste twee. Ook gebruikt de dichter bar weinig bijvoeglijke naamwoorden – wat ik prettig vind, dat je nadruk van de poëzie aan de lezer laat.
In menig opzicht is de bundel zeer consciëntieus. Vorm, taal en ritme zijn keurig bijeengebracht en kundig behandeld. De gedichten lopen goed in elkaar over en zijn gelijkwaardig aan elkaar. Alles is streng geordend, gerangschikt in het precieze. Toch kan ik niet zeggen dat deze bundel mij bevalt en dat zit ‘m met name in de taal die de dichter gebruikt. Al die weglatingen en dat zuinig zijn met betekenis heeft een doel, maar ik blijf zitten met te veel hiaten, en een tong die struikelt:
een oorsprong
het verlaten we
ook die zijn zijn
er omdat
of
is het verder
elders iets
iets wat
van voor ons
is dat via
Dit is behoorlijk ongrijpbare poëzie. Natuurlijk mag je van de lezer verwachten dat-ie in dit soort zinnen gaat zoeken naar betekenis, naar het andere verhaal, maar daartoe moet je wel worden uitgedaagd. Dan wil je de monotonie doorbreken hebben door goed getimede, creatieve taal.
Dat is direct mijn grootste bezwaar tegen Winterreis, dat het een vlakke bundel is. Bas Geerts biedt de lezer nauwelijks spitsvondige wendingen, geen onverwachte dreun, laat staan enig plezier in taal. Maar misschien zie ik dat verkeerd. Misschien kan alleen een goede dichter zo kaal en weerbarstig schrijven.