Tibor is enorm vriendelijk, maar iets te joviaal naar mijn smaak. Ik kom een sim card halen, na een mail dat ik hem kon ophalen. Maar mijn naam of die van Roos staat niet in de computer. Dat maakt Tibor niets uit. Wat voor abonnement had ik afgesloten? Welk bedrag, hoeveel belminuten en weet je zeker dat je geen onbeperkt bellen wil? En vervolgens: ben je vrij vandaag, wat ga je doen? Eigenlijk moet ik zeggen dat het hem niets aangaat, of dat ik niks van plan was. Maar kun je dat wel zeggen tegen een hippe jongeman, die – naar ik aanneem – na zijn werk coole dingen gaat doen, dingen die chill zijn. Ik ga fietsen, zeg ik, ook al ben ik het niet van plan. Wauw, zegt Tibor, met dit weer? Dan ben je een bikkel!
Tja, ik was niets van plan en potdomme, ga ik toch fietsen. Naar Halfweg, met een straffe windkracht tegen en dan met de wind in de rug hard terug. In Sloten bots ik net niet op een mini-autootje met een mini-vrouwtje (ze komt net over het stuur). Ze zwenkt plots hard naar rechts, dwars op het fietspad… Ik zit bijna in haar portier en roep TRUT! Ze hoort het onaangedaan.