In de Utrechtsestraat liepen twee mannen voor ons en ik vroeg of dat Victor en Rolf waren, waarna Roos zei, ja inderdaad, en ik niet wist hoe ik dat wist.
Vandaag enkele gedichten uit Veulen van bloed en honing gestuurd naar oude liefde Kluger Hans. Een fijn blad waarin ik lang geleden al eens mocht publiceren. Wie weet plaatsen ze mijn keuze. Met twee verkochte bundels kan ik de aandacht goed gebruiken. Wat me brengt bij John Asbhery, van wie ik het gedicht Meaningful Love vertaalde.
Zinvolle liefde
Wat het slechte nieuws was
werd voor ons te laat zichtbaar
om er nog iets goeds mee te doen.Ik kreeg geen noodzakelijke dromen aangeboden,
had geen naam of iets anders nodig.
Voor alles was verzorgd.In de middelgrote stad van mijn bewustzijn
bouwen woelmuizen reuzen.
Daar is de blauwe kamer.Hij zette geen voelsprieten uit.
Elke dag was hetzelfde voor hem.
Op sommige dagen verlaat hij zijn kamer nooit
en dat zijn de beste dagen,
verreweg.Er waren sombere tuinen verder de helling af,
mierenhopen die eruitzagen alsof ze daar hoorden.
De worsten waren niet gaar,
de wijn te koud, het brood vloeibaar.
Wie vroeg om truien mee te brengen?
Het klimaat is niet zo betrouwbaar.De Atlantische Oceaan kroop langzaam naar links
zette een bericht vast op het losse gouden haar van slapende maagden,
een list voor de volgende keer,waar vuur en water hoogtij vieren in de straten,
de poort gesloten – geen bezoekers vandaag
of een duidelijke hartslag.Ik heb het sprookjesboek weggedaan,
mijn oude auto verpand, een kaartje gekocht voor het spookhuis
was terug om zes uur,
nadenkend over ‘mogelijke bijwerkingen’.Het kon toen geen kwaad om lief te hebben,
of om goed te doen. Maar liefde was van knechten houden
of bazen. Er gaat geen rechte weg vanuit.
Bladeren rond de deur zijn opgetekende verliezen.
Twintig jaar om het te repareren.
Asters bloeien op een of andere manier.
het origineel van John Ashbery
Meaningful Love
What the bad news was
became apparent too late
for us to do anything good about it.I was offered no urgent dreaming,
didn’t need a name or anything.
Everything was taken care of.In the medium-size city of my awareness
voles are building colossi.
The blue room is over there.He put out no feelers.
The day was all as one to him.
Some days he never leaves his room
and those are the best days,
by far.There were morose gardens farther down the slope,
anthills that looked like they belonged there.
The sausages were undercooked,
the wine too cold, the bread molten.
Who said to bring sweaters?
The climate’s not that dependable.The Atlantic crawled slowly to the left
pinning a message on the unbound golden hair of sleeping
maidens,
a ruse for next time,where fire and water are rampant in the streets,
the gate closed—no visitors today
or any evident heartbeat.I got rid of the book of fairy tales,
pawned my old car, bought a ticket to the funhouse,
found myself back here at six o’clock,
pondering “possible side effects.”There was no harm in loving then,
no certain good either. But love was loving servants
or bosses. No straight road issuing from it.
Leaves around the door are penciled losses.
Twenty years to fix it.
Asters bloom one way or another.