Of ik tot slot kon vertellen wat de drie dagen mentale kracht mij brachten, vroeg de trainer zeer gericht aan mij, wat me verraste, want waarom niet een ander gevraagd. Of was ik weer te nadrukkelijk aanwezig? Ik gaf een antwoord waar de groep zich wel in kon vinden, waar een andere collega terecht aan toevoegde dat ze collega’s heeft leren kennen met wie ze zelden samenwerkt. Leuk dus, wat ook bijval kreeg.
Terugfietsend sprak ik met een andere collega nog over suiker, dat in veel producten zit (zestien klontjes in een witbrood). Suiker is het nieuwe gif, de sluipwesp van de dood (dramatisch genoeg?). Wat de collega stoorde, was dat de trainer die ons voedseladvies gaf deed alsof suikerreductie moeilijk is, onvermijdbaar haast. Daar had hij bij nader inzien iets over willen zeggen, dat je kunt beginnen door onverpakt voedsel te kopen, zodat je weet dat er verder niets inzit of aan is toegevoegd. Helder punt!
In Barcelona hebben Roos en ik heerlijk gegeten en zelden gesnackt. Op het vliegveld wilde ik wel wat zoetigheid. Ik bestelde bij de koffie een enorme donut, tjokvol Nutella en daaromheen een laag chocolade. Een paar minuten nadat ie op was, kreeg ik het Spaans benauwd, want al die energie kwam vrij. En tien minuten daarna werd ik heel slaperig. Het was een sugar rush zoals ik nooit eerder heb gehad.
Wat ik ook hoorde: je hebt lichte slaap, gewone slaap, diepe slaap en remslaap. Voor een goede nachtrust moet je minstens vier slaapfases doorlopen. En zei, de trainer, door één eenheid alcohol raak je één slaapfase kwijt. Dus moet ik na de suiker ook de alcohol laten staan, en o nee, in wijn zit ook suiker…
Thuis deed ik een hazenslaapje. Die was ze vergeten te noemen.