Een pittige dag gisteren, in het hart van de berichtgeving over het uitvallen van de noodnummers. Ik was bijna klaar van een stevige nieuwsdienst toen het allemaal gebeurde. Doortrekken is dan het devies, wat ik deed. Op de weg terug meldde een collega fouten in een bericht dat ik had gemaakt, waarna ik wist: meer dan elf uur op een dag hard werken kan ik niet meer. Ik kan aanwezig zijn, maar voeg weinig toe. De scherpte is eraf. Gelukkig kwam er aflossing.
Ik dacht tegen de moeheid te kunnen, maar vanmiddag in de trein terug zat ik heel de weg te knikkebollen. Zelf vind ik dat een naar gezicht, dat je iemand ziet wegvallen in slaap en dan plots herrijst. Als het tegenzit, valt soms de mond open en merk je later kwijlvlekken op je shirt.
‘Dan roep je problemen over jezelf af’, wilde een dame op tv zeggen, wat er sterk gefragmenteerd uitkwam: problemen – dan – roep – je – af – op – jezelf. Wat is taal toch fijn. Ik leerde vandaag geen nieuwe woorden.