Zo word je een geweldige dichter, kopte tijdschrift Schrijven, wat goed uitkwam, want ik schrijf al jaren slechte gedichten, soms heel slechte gedichten. Elk advies helpt. Het artikel was met twee pagina’s veel te kort om er iets van op te steken en was feitelijk een reclame voor Ellen Deckwitz’ boek Zo word je een geweldige dichter. Houd het toegankelijk is haar advies, schrijf iets dat de lezer raakt. En onderschat je lezer niet, debiliseer ze niet, maant ze, waarna ene Lars van der Werf wordt afgebrand als producent van kwetsbare versjes die ‘zo ontzettend voorspelbaar zijn. Er staat niets in wat je al niet weet.’ (Rancune?) Maar oké, schrijf geen stomme versjes. Tegelijkertijd hekelt ze het hermetisch schrijven, ‘want hermetische poëzie kan zeker de ongeoefende lezer het gevoel geven dat hij dom is.’
Die ene zin verwoordt volgens mij het sentiment van deze maatschappij, dat alles wat elitair is, uitgebannen moet worden. De afschuw van de elite giert je tegemoet, constateerde Bas Heijne eerder dit jaar.
Overal dezelfde dynamiek: een klasse die boos is en in opstand komt omdat ze zich niet gezien en gewaardeerd voelt, te zwaar belast wordt, recht tegenover een bestuurlijke en zakelijke klasse die ziende blind lijkt.
Het punt is (Heijne maakt er meer werk van dan ik): er moet in de maatschappij een elite zijn, die grondig kennis van zaken heeft en verantwoord met de dingen omgaat. Betrek ik dat op de poëzie, dan is hermetische poëzie even oké als stomme versjes, als klassieke toegankelijke poëzie. Het onderscheid zit hem in raffinement. Een eigenschap die ik toedicht aan de elite: raffinement (verfijning) in woordkeuze, weloverwogen metrum en een thematiek waarover is nagedacht, of die aanzet tot denken. Dat levert poëzie op die je raakt, zonder een zweem van regels volgen of doelgroepgericht schrijven. Ik heb het nieuwe chapbook van Gert de Jager net in huis Schitterende, labiele knooppunten. Ik las nog niet alles, maar wil deze strofe van het gedicht Ha! graag delen.
Ha, de wereld
van de poëzie:
in hun samenhang zijn de dingen
zoals ze zijn of in hun gebrek
aan samenhang.
Toen ik overlas
wat ik geschreven had
las ik ‘lul’ i.p.v. ‘lol’:
ook mijn handschrift hoort tot
de dingen zoals ze zijn.