Mijn 1 euro boodschappentasje met grijze panterprint leidde bij binnenkomst in Perdu direct tot gegniffel bij uitgever Nanne Nauta en dichteres Astrid Lampe, want eenzelfde print staat als een bies op de achterkant van Astrids bundel ‘een sterke suikerlobby’; wat uitgegeven is als extra poëzieweekgeschenk, maar betiteld wordt als alternatief.
Later ging het gesprek over dierenprints en waarom vrouwen die dragen (kracht) en mannen niet per se en dat die prints overal opduiken, misschien omdat de dieren zo zoetjes aan naar de gallemiezen zijn geholpen en dat we er iets van willen behouden. Ook legde iemand uit wat donkere energie is en dat dit ons omgeeft. Daarvoor kwam de poëzie zelf aan bod. Astrid legde criticasters over de knie die haar poëzie zien als knip- en plakwerk, wat niet de essentie is en sowieso niet de opzet. Er werd gesproken over niet-poëzie, ideeën en indrukken die leiden tot, en dat er een nieuwe poëzie is ontstaan, achter de computer, toch geëngageerd, met beeld en geluid en veel componeren en opnieuw zetten.
Mijn naam viel, als uit het fonds van uitgeverij crU, en mensen keken naar me alsof ik een dichter was. En ik had moeten voordragen, maar had mijn bril niet bij me en zei, nee, dank u mevrouw, ik zet die groene bril van u niet op. Er worden foto’s gemaakt.
Bas Geerts, dichter en kunstenaar (en bodycombatter) was er ook. Hij gaf me een goede tip voor hoe ik de witruimte van .jpegs snel kan wegkrijgen. Aan zo’n man heb je wat. Het gaf de middag nog meer zin.