Nederland is GEK geworden, constateert collega Maaike, die bij de Appie louter lege schappen voor zich zag. Er wordt massaal en in bulk gehamsterd: blikvoer, toiletpapier, aspirine, alles houdbaar, want straks gaan alle winkels dicht, hoor je ze denken, zoals in Italië… Mafkezen. Vorige week schreef NRC dat de Nederlander zo verrassend kalm is onder het coronavirus. Dat zou de krant mogen rectificeren.
Vorig jaar waren er zorgen over dit voorjaar, dat er te veel evenementen zijn die veel capaciteit van politie en ambulance opslokken. Verlofaanvragen werden zorgvuldig toegekend, maar opeens veegt corona de kalender schoon. Je kunt het voorzienigheid noemen, ware het niet dat een pandemie vreselijk is. Er vallen doden, mensen worden ernstig ziek en het maatschappelijk leven valt stil. Vanmorgen kwam de loodgieter een lekkende pijp repareren en ook hij merkte onrust en zorgen bij anderen. Wel fijn vond ie dat er geen file was en dat hij aan de gracht kon parkeren.
Straks als alles voorbij is, zou het goed zijn om te bedenken of we dit wel willen, elke dag iets beleven, als is het maar een bezoek aan de supermarkt. Het zou voor Amsterdam een zegen zijn: minder attracties, minder bezoekers, minder gedoe.
Deze week kwam de uitnodiging voor de dag van onze dienst. Eerste spreker is een antropoloog, over power and love. Ik ben er nog niet uit wat ik daarvan mag vinden.