Na de online kerstborrel was ik voor het eerst sinds maanden wat neerslachtig. Of we wilden zeggen waar we trots op waren, het afgelopen jaar, en om dat op een A4’tje te zetten. Ik wilde niets zeggen, bleef zwijgen, tot aan het einde een collega opmerkte dat ik nog niets had gezegd, zodat ik toch moest. Nee, niets om trots op te zijn, opende ik, om daarna kort een somber verhaal af te steken over slechte samenwerking, over dingen die nog altijd niet goed gaan. Ik kreeg als troost oprechte lof over een moeilijk artikel, maar ik wimpelde dat weg, omdat het nu eenmaal mijn werk is, niets bijzonders. ‘Komt het nog goed’, vroeg Roos, toen ik terug was van een lange fietstocht, maar ze wist dat het die dag niet goed zou komen.
De volgende dag ging al beter. ’s Avonds spraken we er nog over, dat we allebei zo moe zijn, van… tja, van wat. We probeerden de situatie waarin iedereen zit te overzien, maar kwamen niet tot een conclusie.
Enschede gaat door de nieuwe lockdown niet door. Voornamelijk omdat Rijksmuseum Twente dicht is. En dat je in het hotel geen maaltijden kunt krijgen; dan maar in het voorjaar. Mijn ‘zwager’ Wim vindt mijn blogs vaak zwaar op de hand. Zou ik hem in de eerste regel moeten waarschuwen voor dit blog?