Ga maar niet naar links, zei onze vakantiewoningverhuurder in Weimar. Daar is enkel treurnis. Ga liever rechts, naar Schloss Ettenburg, waar je lekker kunt eten en drinken. Dus liepen we langs Ettenburg naar het grimmige Buchenwald. Een mens moet er niet aan kunnen ontkomen. Terug liepen we over de bloedstraat. Een vijf kilometer lange spoorlijn en weg tussen Weimar-Ramsla en het kamp, door de gevangenen aangelegd.
In Weimar leefden we blijkbaar in stilte, want in Dresden overviel me het lawaai van de stad. We bezochten het Albertinum en niet gepland het Kunsthaus Dresden. Voor het eten doen we niet moeilijk: plaatselijke kost, gutbürgerlich, met voor mij (eindelijk weer) een plaatselijk bier en voor Roos Duitse wijn. Een mens wil er niet aan ontkomen.
