In gevecht met mijn nieuwe tondeuse trok ik onverwacht een dikke streep over mijn bebaarde wang, waarna ik heel de baard moest millimeteren. Roos moest lachen om het “blote” gezicht, wat me deed denken aan vroeger toen vader na jaren zijn ringbaard schoor. Zelfde effect.
Ik bezocht hem vandaag, maar het had weinig zin. Er kwam geen gesprek op gang, wat ik ook probeerde. Het was bloedheet en hij dommelde weg (’s ochtends om elven), zodat ik na twintig minuten al vertrok. Ik zei hem dat een van zijn kleinkinderen vandaag jarig is, waarna hij zei dat mijn broer hem dan wel zou ophalen voor het feestje…
Het woord super is aan een nieuwe opmars bezig. Zeg maar, een stukje super. Gisteren eindelijk weer op de racefiets kunnen zitten, om de 2500 km dit jaar te voltooien. De modder is niet goed voor de schijfremmen, merkte ik, die – zoals dat heet – gilden.
Voor morgen moeten we een portret maken. Roos schoot deze prent van de man zonder baard.
