Dat we uit Amsterdam kwamen én Duits spraken, dat vond de gastvrouwe van Kunsthaus NRW in Kornelimünster heel wat. En ze meende het, benadrukte ze. Aan het eind van onze rondgang moesten we natuurlijk weer een praatje maken. (Wij zijn tenslotte Nette Leute.) Bij het vertrek, in de deuropening, fluisterde ze ‘Tot Ziens’. So sagt man das doch auf Holländisch?
We waren de afgelopen dagen in Euverem bij Gulpen, dus niet in (tweede alternatief) Parijs en niet in Flachau (eerste alternatief) voor het lustrum van minus20degree. We kwamen voor het Ludwig Forum in Aken en om te wandelen door Limburg, wat we door de regen toch niet deden zodat we opnieuw naar Duitsland gingen, naar Kornelimünster. We gingen ook even langs het Drielandenpunt, waar we nooit waren, want wat heb je daar te zoeken?
Het vertrek was onrustig, door onze vaders. Mijn schoonvader gaat verhuizen, deelde hij plots mee, wat voor enig rumoer in de familie zorgde. Bij mijn vader had de huisarts ‘iets’ in zijn bloed gevonden, zodat er een gesprek met de familie plaatsvond. We vreesden erge ziektes, maar de uitkomst dat hij aan bloedarmoede lijdt was bekend. Hij eet veel te weinig, zei de huisarts tegen mijn broer en zwager die bij het gesprek waren, dus krijgt hij bijvoeding. Of hij dat toelaat, is de vraag; hoezeer hij dat – vel over been – nodig heeft.