Roos kon niet mee op bezoek naar broer Robbert, omdat ze zich slecht voelde. Ik ging er heen om een handtekening te zetten rond de financiën van vader en kreeg er een aangename namiddag voor terug. Om middernacht echter was ik aan de beurt, met overgeven en uren geen slaap. Rond half zeven dommelde ik eindelijk in.
Ik ben niet in optimale vorm voor het diner dat Ton en Kathy vanavond geven voor hun 25-jarig huwelijk.
Heb me gisteren gewaagd aan een oudere novelle van Abdelkader Benali: ‘Het blauw van de zee en het blauw van de stad.’ Ik las eerlijk gezegd nooit eerder iets van hem en zal het voortaan laten. Een mens kan slechts een beperkte hoeveelheid overdadig proza aan.