De tiende was het alweer een jaar geleden dat vader overleed. Hij komt soms in mijn dromen langs, maar vraag me niet op welke manier. Als ik hem droom is het een goede gelegenheid aan hem te denken. Aan toen hij nog in goede doen was en heel de wereld bijeen timmerde (letterlijk, hij was ooit timmerman bij de NDSM, waar hij kapiteinshutten mocht bouwen; met in de pauze gratis rookwaren, een bolknak, sigaretten). Hij stopte met roken bij de geboorte van zus Marjon. Of was het pas toen mijn broer en ik verschenen? Ook zo’n herinnering. “De berg die een muis baarde”, zei de dokter die niet doorhad dat moeder zwanger was van een tweeling.
Voor het werk moesten we een inclusiescan maken, om volgende week plenair te bespreken … als je wilt stelt het management. Volgens de scan omring ik mij graag met gelijken en doe ik te weinig om anderen (mensen met een andere achtergrond dan ik) te betrekken of te benaderen. Je moet met een plan komen om daaraan te werken, ook te bespreken natuurlijk. Waar het mij om gaat: niet iemands kleur of achtergrond, enkel iemands inzet. Werk je hard, naar vermogen? Gebruik je jouw talent? Ik vrees nu wel dat dit achterhaalde waarden zijn, van een witte man op een wit eiland.