Zomaar door de “Oostenrijkse” familie uitgenodigd voor een dineetje, in een restaurant in de buurt. Om elkaar na maanden, misschien een halfjaar, weer eens te zien. Het werd gezellig en het eten smaakte. En temidden van al die gezelligheid zat de vriend van Marlene. De vriendelijke vent hield zich goed staande in het kabaal van het sextet Leenders-Deutinger-Van der Schaaf. Hij zei ook iets over dit blog, dat ik over deze avond iets moest schrijven, wat voelde als een cordon sanitaire, dat je niet alles noteert wat is gebeurd. Dus houd ik het bij het aantrekkelijke idee van een één-objectmuseum te Flachau, waarvoor zwager Theo al connecties heeft met het Museum der Moderne in Salzburg. En hij gaf de nieuwste versie van zijn Handbook of Tyranny. Zet je er wel een opdracht in, vroeg ik, waarna de tafel me glazig aanstaarde. Ik las gedachten… Moet ik iets ludieks verzinnen, dat ie moet huppelen, moet blaffen naar de ober? Waarna ik uitlegde wat een opdracht is en toen viel het een beetje tegen. O, dat.
Vorige week belde ik een collega, om hem te condoleren met het overlijden van zijn moeder. Wat hij beschreef, raakte me diep, deed me denken aan het overlijden van mijn vader, waarna de waterlanders kwamen. Ik hing snikkend op, wat ik eigenlijk fijn vond. De dood van vader raakt me nog.