
‘Vroeger kwam ik er vaak’, zegt de man die ons op een pad wijst langs het bosbeekje. ‘Maar sinds Manke Nelis dood ging, is Amsterdam veranderd.’ Het hoeft van hem niet meer. De man is in Groningen geboren en op de Veluwe grootgebracht. Ook vertelt hij over de papierfabriek verderop die het water uit de beek gebruikt (‘Als het rood is, bevat het ijzer’’) en dat hij als jonge jongen wel eens wat troep in het water had gegooid, waarna de veldwachter op bezoek kwam. Ergens 1953.
Het bezoek aan de Veluwe was een vlucht van de Canal Pride. Niet omdat we anti-lhbti zijn of tegen het festijn, maar vanwege de overlast die het meebrengt; de herrie van tachtig boten en vooral van het studentenhuis tegenover ons, waar ze er van vroeg tot laat een feestje van maken. Dit jaar dus de Veluwe. We hadden een culinair arrangement (zeer smakelijk) en boekten er ter plaatse een wijnarrangement bij. De sommelier was zichtbaar verveeld, want aan elke tafel herhaalde hij alle finesses van elke wijn. Bij de mensen naast ons hoorden we al dat die Riesling uit de Pfalz krijttonen bevat en dat je wat perzik proeft, geel fruit en dat het frisse van de RVS-vaten kwam. En toen kwam ie aan onze tafel… We dronken vijf glazen.
De rust kwam na een week onrust rond de Wet gedeeltelijke gezichtsbedekking, die stelt dat je in overheidsgebouwen geen integraalhelmen en bivakmutsen mag dragen en geen nikab, wat de wet feitelijk tot een boerkaverbod maakt. In de NRC las ik het pamflet ‘Dit verbod is een moderne heksenjacht’, waarvan ik de strekking onderschrijf. Ik wil ook niet dat de overheid bepaalt wat ik mag dragen. Ik had meer moeite met het verwijt aan de witte man, ‘die zich door #MeToo in het nauw gedreven voelt en zijn seksistische en islamofobe fantasieën botviert op onschuldig moslima’s.’ Het idee komt van de ‘witte’ heer Wilders, maar de wet is aangenomen door de Tweede Kamer, waarin 49 vrouwen zitten. Als het om de positie van vrouwen gaat, moet je ook dat aspect belichten.
Daarna gelezen over het gedachtegoed van de filosoof Badiou en zijn oproep tot ontregeling, om niet alles langs de meetlat van de markt(werking) te leggen. In een interview zegt hij:
Omdat de markt nu overal heerst, kunnen we wereldwijd zoeken naar een idee of een gedachte die tegen de markt kan opwegen. […] Je zult iets onmogelijks moeten doen.
Met een culinair arrangement in een Van der Valk-hotel lukt me dat niet, wist ik. Dat is volledig meegaan met de markt. Maar ik heb gelukkig nog mijn poëzie, die zich buiten de markt plaatst. Dat ik nog steeds maar twee bundels verkocht is eigenlijk een verzetsdaad.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...