Earth without art is eh

Na bezoekjes aan onder meer Musée du quai Branly (geweldig), Fondation Louis Vuitton (tentoonstelling Monet-Mitchel viel zeer tegen, krabbelaar Mitchel vooral; die op geen enkele manier gelijkwaardig is aan Monet) en Centre Pompidou (groots) waren Roos en ik het erover eens dat Amsterdam dit kunstniveau nooit haalt, zeker niet het Stedelijk Museum dat kunst ondergeschikt maakt aan de juiste boodschap. Treffend wellicht dat op de weg terug met de Thalys stedelijk directeur Rein Wolfs met zijn posse instapte in Antwerpen, één stoel achter ons. In de stoel schuin voor ons zat Annelies van der Pauw, voorzitter van de Raad van Toezicht en boerin eersteklas. Ze voerde hardop telefoongesprekken, voeten op de stoel, en ging ook nog eens flossen. De dames achter ons, naast Rein, zaten over fund raisers te praten, over een boekje om dementen door een museum te krijgen en er was iets te maken door Irma Boom. En er was Gooische Janneke die ook iets met de groep te maken had, maar drie wagons verderop zat. Wolfs mag dan streven naar meer diversiteit in de kunst, zijn entourage laat dat niet zien.

Parijs was overvloedig. Het hotel was prima, goede ligging, zeer goed ontbijt, maar de kamer was erg klein, zeker voor vijf dagen. En steeds uit eten moeten, ben je op een gegeven moment wel beu. Maar we namen het zoals het kwam en genoten.

Verwijzingen

Op buienradar zagen we een gaatje zonder regen zodat we met de auto (gebruiken we zelden) naar Weesp reden, om te zien hoe de vlag er wat betreft nieuwbouw voor staat en om er rond te lopen op een koude januaridag. Eenmaal daar regende het pijpenstelen zodat we ons toekomstige thuis weer verlieten. Op de bouwplaats was wel een zandkuil ontstaan, wat meer is dan de onontgonnen vlakte van twee maanden eerder.

Die ochtend waren we naar Foam (eerder die week stond ik lang in de wacht bij Museumkaart om mijn kaart te reactiveren) voor de tentoonstelling van Paul Kooiker. Hoewel mode het onderwerp is, of juist daardoor, waren we aangenaam verrast. Er zaten veel verwijzingen in en toch oogde de fotografie origineel, soms ronduit grappig. Als je in Amsterdam bent en tijd hebt …

Ik kreeg bericht van de uitgever van crU dat hij stopt met uitgeven. Mijn bundel komt daar dus niet uit. Ik ben daar niet treurig om. Na herlezing en nog eens lezen, vind ik de bundel beter in opzet dan in uitvoering. Misschien dat ik er zelf iets van maak. Ik geef tenslotte ook uit.

Kunstroute

Wie veel Hockney verwacht bij Hockney’s Eye in Teylers Museum zal teleurgesteld zijn. Er hangen enkele geschilderde portretten, drie iPad-tekeningen, twee landschappen en dat is het. Een bezoeker merkte op dat het rommelig was, wat klopte.

Foam brengt Foam Talent, wat net zo goed Foam Divers had kunnen heten, door de sterke focus op inclusie. Ik houd er van uitgedaagd te worden, wat bij deze expositie niet gebeurde (of ik liet het niet toe…). Wat je tegenwoordig veel ziet: archiefmateriaal als de Grote Ontdekking. Ook Huis Marseille ontkwam er niet aan. Nhu Xuan Hua daarentegen was verrassend.

Gisteren de verjaardag van Roos gevierd: bescheiden, met (o armzaligen) een taartje in de Ikea, want er waren servetten nodig, en ’s avonds een serieuzer bezoek aan restaurant Kyo.

Eergisteren was mijn racefiets eindelijk gerepareerd, zodat ik na een maand weer aan de bak kon, met vandaag een herhaling, ondanks de forse windkracht. Ergens deze maand ben ik conditie verloren, aan de kust, op een terras, in een restaurant. Voor de eerlijke vinder wacht een beloning.

We leven bij de dag, zonder plannen vooraf, zoals dat hoort bij vakantie.

Kafkaiaanse Luchtvaart Maatschappij

‘Het spijt ons u te moeten mededelen maar uw vlucht van maandag 26 september is geannuleerd.’ Zonder opgave van redenen. De KLM permitteert zich tegenwoordig heel veel. Een paar uur later kwam de mail dat we wel op de 29ste konden vliegen. Alsof de vlucht de enige kosten zijn. En zie het extra verblijf maar terug te vorderen, plus de extra onkosten. Gelukkig hadden we onze terugvlucht op zondag met EasyJet snel geboekt. Hoe dan ook verlies je geld. Het viel rauw op ons dak, maar we zijn na anderhalve week ontspannen goed bestand tegen stress.

Gisteren toch naar Cordoba gegaan, per trein. Ik bezocht voor het eerst de Mezquita en vond het indrukwekkend. Dermate dat ie wat mij betreft als wereldwonder wordt beschouwd. En misschien is het tijd om die lijst eens te vernieuwen. Waarom staat de Borobudur er niet op?

Er staan voor Malaga nog een paar musea op de lijst, waarvan vandaag het Museo Ruso. Van de vorige keer herinnerden we ons de socialistische kunst. Zou die collectie nog te zien zijn? No Russian art, antwoordde de kaartjesverkoopster, en we begrepen waarom. Als alternatief kregen we eindeloos veel Picasso, wat prima is, maar we hebben al zo veel werk van hem gezien en hebben even geen puf meer voor Picasso.

Vanavond het Concerto de Aranjuez, in de Plaza de Toros de Malagueta.

Luctor et emergo

Schiphol is ronduit belachelijk geworden. Met zijn ellenlange wachtrijen. Er waren te veel mensen in paniek omdat ze hun vlucht niet gingen halen, als de maatschappij de vlucht niet zelf al had geannuleerd. De stress ging ook niet aan ons voorbij, ook al probeerden we er luchtig onder te zijn. “Kijk, bij Nieuw Vennep gaat de rij al draaien” en eenmaal in de rij terug hadden we de Kaap de Goede Hoop gerond.

Het appartement in Malaga valt erg tegen: toch te ver van het centrum, zonder buurtkroegjes of restaurants. Verder is de inrichting karig, gedateerd en veel is kapot. De verhouding prijs-kwaliteit is ronduit slecht; alle goede recensies ten spijt. We overwogen dan ook te verkassen. Vooral omdat Roos veel pijn had bij het lopen. Vanuit deze plek de stad verkennen zou niet gaan. Gelukkig ging het lopen vandaag zonder pijn, zodat we alsnog een goede dag beleefden.

We hebben buspassen gekocht – heel goedkoop hier – en hebben zo heel de stad binnen ons bereik. We haalden ons hart op in het CAC, aten pinxtos, dronken er wat bij en later nog wat en hervonden onze schwung. Het CAC is trouwens gratis. Ik vind dat het zo hoort. Musea in Nederland worden toch al zwaar gesubsidieerd. Maak ze volledig gratis. Zul je zien dat je meer mensen trekt, meer dan het witte seniorenpubliek waartoe ik ook hoor. Hier in Malaga waren er vooral veel jongeren…

Vandaag is wereldchocoladedag. We doen er niet aan mee (nooit).

Mijmer de mijmer

Heerlijk toch, dat dichter-vrienden Gert, Nanne en Ton volgende maand in Den Helder willen afspreken, omdat daar – zoals ze chatten – oude vrouwen zouden zijn. Ik word hard geconfronteerd met mijn seniorenbestaan, maar zij zijn ouder. Gelukkig reikt mijn ambitie niet verder van oude vrouwen, dus wat dat betreft is Den Helder een goede keuze.

Vandaag bezochten de kinderen het graf van moeder Pam, die sinds 4 september 2016 rust op de begraafplaats van Bussum. Het graf werd ontdaan van onkruid, nieuwe planten werden geplant en we vonden dat de tijd snel ging; alweer zes jaar geleden. Daarna koffie bij Kathy en Ton; de laatste niet de dichter-vriend, maar ook erg aardig.

Roos en ik gingen naar het Singer Laren, dat je sinds de verbouwing een serieus museum kunt noemen, met een uitgebreide collectie. Vooral het werk van Vlaming Théo van Rysselberghe was een verrassing.

Nog een weekje voor we met vakantie gaan. De voorpret is in gang gezet.



De eerste werkdag na het rouwverlof beviel matig. Er was een werkoverleg waarin duidelijk werd dat je niet kunt vertrouwen op langlopende afspraken en ik werd ‘meegenomen’ in een project om informatie uniform te maken (goed streven) wat in de praktijk neerkomt op een systeem erbij en heel veel dubbel werk. Ik lag er wakker van.

Ik was al murw door het opiniestuk van Kiza Magendane over musea. Die moeten verregaand gedekoloniseerd worden, want ze vertegenwoordigen nu enkel denksystemen die de hetero witte man als standaard plaatst. Ik kan niet zeggen dat dat niet klopt of dat niets moet veranderen (kom maar op met die verbetering), maar gek genoeg zie ik de witte vrouw als standaard. Maar dat zeggen, is niet woke. Dat schrijvende ontging het mij volledig dat 21 februari de internationale moedertaaldag was.

Ik keek vannacht – ik kon zoals gezegd niet slapen – naar talkshow M, naar het deel met Joost Oomen en ik werd er vrolijk van. Hij ging naar een eiland om vissen te vangen met zijn poëzie. Iconisch beeld: Joost met snorkel in het water, gedichten voordragend aan de visjes.

Kan een ‘adviescommissie teruggavebeleid van koloniaal roofgoed’ met deze naam en in deze identitaire tijd komen tot een andere conclusie dan dat de kunst terug moet worden gegeven? Wat waren de andere opties? Is besproken dat je die kunst in het museum laat, maar daar uitvoerig context bij geeft, zoals bij standbeelden van historische Hollanders?

En waarom reageerden musea die dergelijke kunst herbergen enthousiast op de uitkomst? Het gaat om duizenden stukken. De kans dat je een groot deel van de collectie kwijtraakt is groot. Wie is er blij met verlies?

Vooropgesteld: ik vind het prima dat kunst die is geroofd teruggaat naar het land van oorsprong, niet als excuses maar als verzoenend gebaar, begripvol. En kijk niet alleen naar de Rijkscollectie, maar ook naar die van de Oranjes (roofridders). Een royaal gebaar zou passend zijn, meer dan het besluit om niet meer in de Gouden Koets te rijden.

Je kunt er maar druk mee zijn.

Gisteren een nieuwe kledingkast besteld (de oude bleek ruim 25 jaar oud, berekende Roos) voor bijna de helft minder dan de maatkast waarvoor we vorige week in de weer waren.

Kocht vandaag de fotostriproman van Ype Driessen, wat ik een interessant concept vind. Hetzelfde geldt voor het chapbook Het gesprek van Jeroen van Rooij, waarin hij antwoord geeft (neem ik aan) op verdiepende vragen, bedoeld om een gesprek op gang te helpen. Bron van de vragen is de Evangelische Omroep.

Terug van Museum More en een overnachting in Hotel Apeldoorn. In het museum waren niet alle zalen open, omdat er een tentoonstelling wordt ingericht rond Bob Ross. Ik vind dat een gekke keuze voor een museum rond realisme (de man is een fantast), maar Roos was ruimhartiger, waarna we spraken over kunststromingen en dat het goed zou zijn om meer over kunstgeschiedenis te weten.

Wandelen op de Veluwe zat er door de regen niet in, wat we thuis compenseerden met daden. Roos ruilde een adaptor voor de Mac, ik wisselde van mondhygiënist, Roos maakte een afspraak met een meubelmaker voor een inbouwkast en ik maakte een afspraak voor ophalen van grofvuil. Ik las de zaterdagkrant, half Vrij Nederland en een paar artikelen in De Gids, waarna ik het welletjes vond.

Ik dacht na over poëzie en witruimte en vroeg me af wat witregels en enjambementen doen met een gedicht. Zijn ’t het wit en de afbrekingen die van een tekst een gedicht maken, of kan het net zo gemakkelijk een blok tekst zijn, als een stream of consciousness?

Het duurde lang om vandaag naar huis te rijden
op wat zich voordeed als een zonnige dag, wat dagen zijn
dat je denkt dat iemand doodgaat, een beker leegt.

Mao zei dat hij nooit een bad nam
omdat zijn geslachtsdelen werden gewassen
in de lichamen van vrouwen en we spraken
uitvoerig over verzamelen en bewerken

iets dat vanzelf kwam, een flessenlikker
een rookgebod dat zich boog
over een collectie, uitsluitend gericht
op Chinees materiaal, door Chinees te zijn

en door zijn kleine formaat. Dit is waar
het verschil in doel belangrijk is, denk je
dat je rijdt, sigaret aan, arm uit het raam
high-fivend naar de eerste beste zwerver.

of

Het duurde lang om vandaag naar huis te rijden, op wat zich voordeed als een zonnige dag, wat dagen zijn dat je denkt dat iemand doodgaat, een beker leegt. Mao zei dat hij nooit een bad nam omdat zijn geslachtsdelen werden gewassen in de lichamen van vrouwen en we spraken uitvoerig over verzamelen en bewerken, iets dat vanzelf kwam, een flessenlikker, een rookgebod dat zich boog over een collectie, uitsluitend gericht op Chinees materiaal, door Chinees te zijn en door zijn kleine formaat. Dit is waar het verschil in doel belangrijk is, denk je, dat je rijdt, sigaret aan, arm uit het raam, high-fivend naar de eerste beste zwerver.

Het Otto Modersohn-museum bleek in verband met corona gesloten, dus gingen wij naar Kloster Bentlage in Rheine. Daar hingen ook een paar Modersohns. We waren anderhalf uur te vroeg en dachten de tijd te doden met een lunch in het museumcafé. Maar die opende pas als het museum open was. Het was te warm om te blijven hangen. De wandeling ernaartoe, door het bos, was in elk geval de moeite waard. In het bos word je pas een echte Duitser heet het. Dan overvalt je een bosromantiek en wil je ineens hertjes zien. Roos zei dat spontaan, dat ze dat heel leuk zou vinden. Het viel ons ook op dat als einheimische Frauen zich op hun gemak voelen, ze hardop praten (laten we het praten noemen). In het bos stond niet ver van hen een Portable Site for a Silent Conversation with a Tree.

In het park was nog een grensoverschrijdende kunsttentoonstelling om de gebeurtenissen van 75 jaar te memoreren. Een kunstwerk toonde bekende dictators en het aantal doden dat zij op hun conto hadden. Hitler bleek eens niet lijstaanvoerder te zijn, met 17 miljoen doden, maar Mao Zedong (volgens de kunstenaars) met 78 miljoen doden, gevolgd door Stalin met 60 miljoen en Hirohito met 20 miljoen. Verbazend was ook dat je toch gaat rangschikken en miljoenen erger vindt dan tienduizenden.

Omdat blogger Ton op mijn vorige blog reageerde met BIER! en omdat het vakantie is en een mens mag zondigen, heb ik zowaar bier gekocht. Twee Duitsers en twee Tsjechen. We eten er worst bij vanavond. Gerne bitte.

In de herhaling ‘Krabbé op zoek naar Chagall’ gezien, wat met die kirrende Jeroen best vermakelijk was, en interessant. Zo weet ik nu dat Chagall bij Lissitzky en Zadkine in de klas zat. Han Lips van het Parool recenseerde dat je het aan Krabbé kunt overlaten om een serie over Chagall al binnen vijf minuten over Krabbé zelf te laten gaan, “maar vooruit: hij kent zijn onderwerp én is enthousiast.”

Toen het nog kon, waren we in het Stedelijk Museum. In een van de zalen rond het werk van Carlos Amorales hingen bekkens en gongs waartussen een Aziatisch jochie met een paukenstok driftig heen en weer rende, steeds tegen de bekkens tikkend. En dat duurde en duurde. De slagwerker in mij wilde eigenlijk die stok afpakken en laten zien wat er nog meer mogelijk is. Ik ben immers ook kind… verdedigde ik mijn gedachte.

Nu één week thuiswerken erop zit, komen de vragen. Of we dit ritme nog een maand volhouden (ja, ook al moeten we), of onze vaders gevrijwaard blijven, of Nederland na de crisis tot inzicht komt en kiest voor een bewuster leven. Er zijn merkbare verschillen ontstaan. Zo is het water (in Venetië en vast ook elders) schoner en helderder geworden en de luchtkwaliteit verbetert overal ter wereld drastisch. En dan is er nog de economie die verregaand geglobaliseerd is en daar nu slachtoffer van is. Dus na de crisis minder produceren en graag dichterbij. Het is van de zotte dat we voor een minimaal voordeel producten van ver weg laten komen. Wat dat doet voor het milieu laat zich raden.

Ik vermoed echter dat Nederland na de crisis opnieuw gek wordt en als een bezetene de verloren tijd wil inhalen. Dat we al die festivalletjes en evenementen weer uit de grond trekken en doen of er niets is gebeurd. Dat we het recht hebben om vermaakt te worden.

antti

Het zijn de eerste barsten in de Oostenrijkse gastvrijheid, constateerde zwager Theo. Bij een diner voor de deelnemers aan het kunstfestival minus20degree gaf iemand geld om af te rekenen, maar gaf de ober geen wisselgeld terug. ‘Omdat je hier altijd fooi moet geven’, zei de ober. En er was een taxichauffeur die de afspraak niet nakwam, van 5 euro per persoon voor brengen en terugbrengen. Hij bracht ons, maar wilde direct weg. Na aandringen bleef hij toch wachten, om aan het eind van de rit een extra bedrag te vragen. De Landesminister Salzburg zat ook in de taxi en sprak er schande van. Oostenrijkers willen deze banen niet, dus moet je wel met Oost-Europeanen in zee, was de teneur. Die bevolken inmiddels ook de pisten.

Het waren de enige smetjes op een fijne week. Op de aankomstdag sneeuwde het flink, wat prima sneeuw opleverde voor de rest van de week – en er was elke dag zon. Het plezier zat ook in het kunstfestival, dat dit jaar voor de vijfde keer werd gehouden. Zwager Theo Deutinger organiseert het (gesteund door zijn vrouw Monique Leenders), met onder anderen architecten Stefanos Filippas en Ana Rita Marques. Dit jaar werden negen kunstwerken gepresenteerd rond het thema Global Village (dat voor drie dragen bestond, gebouwd door studenten uit Münster). Er was onder meer werk van de fin Antti Laitinen, die landschapskunst maakt. Dit keer transformeerde hij een boom. Op zoek naar het perfecte exemplaar (10 kilometer verderop, vandaar de taxirit) zag hij een bevroren meer, waarop hij vroeg waarom niemand gaten in het ijs hakt, zodat je er kunt zwemmen.

Naast mijn eigen poëziebijdrage aan het open podium was er nog het absurde theater van Wolfgang Obermair en Peter Fritzenwallner. Ze hadden gedurende het festival een aantal performances, met op de laatste dag een processie naar de ingang van het dorp waar een kunstberg staat als poort naar Flachau. Je kunt er naar binnen, hadden de kunstenaars uitgevonden, die de stoet (onder wie Roos en ik) de berg inleidden. Daar was poppenspel en zongen de processiegangers in canon Das Ende ist Nah, Das Ende is Nah Hurra, Hurra, Hurra.

Het einde diende zich niet direct aan, maar zo het komt, dan was u gewaarschuwd. We hebben erg hard gezongen.

‘Natuurlijk gaan er mensen dood en ik dacht direct: Tirza. Maar het is inmiddels anderhalve week geleden en het is je oma, niet je vader of moeder of zo. […] Als iemand zich dan niet happy voelt, ja, dan gebeuren dat soort dingen.’

Ik hoorde deze stoïcijnse kijk op de dood gisteren in de trein, van een man die naast me stond in een overvolle coupé. Ik sloeg aan op de naam Tirza, waarbij ik dacht dat dit sterven werd vergeleken met de roman van Arnon Grunberg, maar later dook Tirza op als echt persoon. Verder stond er iemand vlak voor zijn ontslag, want ‘als het weer niet gaat, moet hij de conclusie trekken.’

Ik heb zojuist een griepprik gehaald, wat me niet vrijwaart van griep, maar wat wel de zwaarte eruit haalt. De laatste jaren word ik er twee, soms drie keer door geveld. Vooral het treinreizen speelt dat in de hand. Al die verkouden mensen die alles aanraken met hun besmette handen… Of je hebt collega’s die ziek zijn en toch naar het werk komen (wat prijzenswaardig is). Als het klopt, krijg ik dit weekend last van de antistoffen.

sarah-van-rij-moving-feet-2018Sinds vandaag hangt de foto Moving Feet, van Sarah van Rij aan onze muur. De tweede foto die we kochten bij Foam, waar je voor een schappelijke prijs werk kunt kopen van nieuw talent. Sarah is van 1990. Bij haar werk hoort dit soort proza:

Hoewel de beelden van Van Rij inherent hedendaags zijn (een aantal foto’s werden op de iPhone van de kunstenaar gemaakt) is het vaak moeilijk om ze in een bepaalde tijd te plaatsen: met af en toe een uitzondering is haar onderwerp grotendeels verstoken van tijdelijke indicatoren, waardoor haar werk een tijdloos gevoel heeft en het nostalgie naar vervlogen tijden oproept.

aaaaaVaktaal kan lelijk zijn, hologig, maar dat wisten we al door Japke-d. Bouma. Tijdens een workshop zei de leidster dat we mensen in hun kracht moesten zetten, waarna ze snel aanvulde ‘dat we dat vast een vreselijke term vinden.’ Later sprak ze van bedrijfshygiëne, wat zoveel betekent dat je de zaken op orde hebt, dat er mensen zijn die wat is bedacht ook uitvoeren. Teksten plaatsen, content-pagina’s maken. De workshop waaierde uit in groepjes om aan de slag te gaan met de opdracht: een vel papier met termen en of we die wilden aanvullen. We klooiden wat aan, maar na afloop werden we bedankt voor onze inzichten en waardevolle input. ‘Hier kunnen we verder mee’, sprak de leidster hoopvol.

Ik vind workshops erger dan jargon. Dat je mensen met verschillende achtergronden bij elkaar zet en vrijelijk praat over het onderwerp is wel oké, creatief wellicht, maar het moet altijd iets opleveren, wat op zijn slechtst een A0 is vol post-its. Ik heb gezien dat mensen van die post-its een coherent verhaal moesten maken, wat deelnemers bij de evaluatie op een vijfpuntsschaal weer beoordeelden. Feitelijk beoordeel je jezelf. Het heeft vast te maken met de naderende vakantie en een korte stop op enthousiasme en andere blije concepten.

Ik zag gisteren een documentaire over een kunstenares die wandtapijten maakt. Op een daarvan zag ik in een flits de (Engelse) woorden parachute hermafrodiet, waarna ik een wonderlijk wezen zag en de mogelijkheden in taal. En in de NRC stond een beeld van Elisabet Stienstra bij Beelden aan Zee, dat ook wonderlijk was en ideeën oproept. Misschien is dat iets een volgende vakdag: ergens voor openstaan in plaats van iets voorgeschreven krijgen. En ja, ik besef de ironie van deze uitspraak …

Meer dan 8000 mensen uit 95 landen gaven gehoor aan de oproep een zelfgemaakt kunstwerk geïnspireerd op Rembrandt in te sturen, meldt het Rijksmuseum over de tentoonstelling Lang leve Rembrandt. Uiteindelijk werden 693 kunstenaars gekozen. Op een enkele professionele keuze na, kon het me weinig boeien. Te veel nadoen, te veel amateurisme. Is het echt nodig om het zelfportret van de schilder in talloze variaties te zien, van gepixeld tot gebreid? Of dat ze zijn werk kopiëren? En waarom moeten er altijd kindertekeningen bij? Ik vind dat kinderen tegenwoordig in een te volwassen rol worden geduwd, als voorbereiding op de prestatiemaatschappij. Laat kinderen gewoon kind zijn en duw ze niet in kinderjury’s, jongerenparlementen of talentenshows. Weg ermee. Het levert ook over het paard getilde egootjes op.

J.J. de Bom. Voorheen kindervriend.

Een vrolijker noot: we gaan volgend jaar, eind april, naar Japan. De tickets naar Osaka zijn vandaag geboekt. Centraal punt van de reis wordt Okayama, waarvan collega Hans van S. zei dat het hem aangenaam had verrast. Van daaruit zoeken we twee andere bestemmingen voor een kort verblijf. We richten ons op West-Honshu, om niet steeds honderden kilometers te reizen.

133-do-ho-suh1

Bij de verkiezingen van het Woord van het Jaar (Blokkeerfries in 2018) zet ik dit jaar mijn geld op een vervoeging met schaamte, een woord dat de media graag gebruiken. Ik noteerde vliegschaamte (dat je toch een vakantievlucht boekt) en single-schaamte (dat je maar geen partner krijgt) en las dat je je niet meer hoeft te schamen voor liposuctie, borstcorrecties of andere cosmetische ingrepen, wat de kans op een woord als schaamlipcorrectieschaamte wel teniet doet.

Na decennia van zelfverrijking lijkt de maatschappij een moreel besef te zoeken, een norm om de samenleving weer bestuurbaar te maken. Denken dat je niet aan de norm voldoet, leidt tot schaamte. Maar wat de norm is? Ecologie? Zelfverwezenlijking? Kunnen we het in deze polariserende samenleving eens worden over één gemeenschappelijk principe en tegelijk wegblijven van het conservatieve normen- en waardendebat? Dat is bij uitstek een opgave voor de politiek!

Ik lees net dat het weinig scheelde of vliegschaamte was het woord van 2018. Dus dit zwakke betoog is al achterhaald voordat het is gedeeld. Moet ik dit nog wel posten? Leid ik aan postschaamte, of preciezer post-schaamte? (flauw hè).

Net naar de documentaire over de Koreaanse kunstenaar Do Ho Suh gekeken, wat me fascineerde. Hij had zijn New Yorkse appartement met papier beplakt, tot de kranen en deurknoppen aan toe, en de contouren zichtbaar gemaakt door er met een potlood over te wrijven. Zoals we vroeger een geldstuk op papier overtrokken. Wat je krijgt, is surreëel, alsof je in een striptekening rondloopt. Maar Suh doet meer, zoals zijde op zijn ouderlijk huis vastmaken, weer loshalen en met de contouren (in elk detail) een zelfstandig beeld maken. Zijn werk is nog te zien in Museum Voorlinden.

De komende weken wordt het druk. Alle eindredacteuren en coördinatoren zijn op een welverdiende vakantie, waardoor hun taken zijn verdeeld over vier senioren, onder wie ik. Ik denk niet dat ik veel aan schrijven toekom, maar heb nog altijd dit blogje. Nog zes weken en dan mag ik zelf weg. Over de dwangneurose gesproken die vakantie is … we willen volgend jaar toch naar Japan. Eerst Osaka en dan?

Je hebt het einde van je verhalen bereikt, meldde Facebook gisteren, wat een overgang bleek naar de documentaire Spring & Arnaud, over de Canadese kunstenaars Arnaud Maggs (1926 – 2012) en Spring Hurlbut (1952). Hoofdmotief in Hurlbuts werk is de sterfelijkheid, waar Arnaud het zoekt in ordening en registratie. Door bezig te zijn met de dood kon ze zich voorbereiden op de dood van Arnaud, zegt Spring aan het begin van de documentaire, om aan het einde ervan, na zijn dood, stil te vallen. Ze zegt op welke dag Arnaud stierf, wil nog wat zeggen, maar kan niet. In dat ene shot zat alles gevangen wat liefde is.

Potdomme, zit je ’s morgens bij de koffie al met een brok in je keel. Later zagen we de Spaanse film ‘Boi’, die van alles wilde zijn: literair, Nouvelle Vague, een thriller, een liefdesverhaal, waardoor je versuft achterblijft. Wat hebben we nu gezien? Eén zin bleef me bij:

We spreken vaak over creëren of creatie, waar we vaak enkel toevalligheden ontdekken die ons aanspreken en die we zien als een eigen idee.

Later herinnerde (weer!) Facebook me aan deze oude post, ooit gebundeld in ‘De witte verzen’.

Ik nam het exclusieve recht om ideeën uit te werken. Zo claimde ik meerdere bundels, waarvan de vreemdste over techniek ging. Een Duitse vrouw sprak me erop aan dat ik ergens een desillusie had geïntroduceerd en daaraan geen woord had vuilgemaakt. Ik zei haar dat desillusies een groeimarkt vormen, een thema waarmee we veel kunnen in de poëzie.

Zag op Canvas een aflevering van The Art of France, met Engelse kunstkenner Andrew Graham-Dixon als gastheer. De aflevering ging over de periode waarin Frankrijk aan de voet stond van kunststromingen als Impressionisme, Kubisme, Fauvisme en nog meer. Graham is een kunstkenner en schudt anekdotes en wetenswaardigheden makkelijk uit zijn mouw. Jeroen Krabbé in zijn tv-zoektocht naar Van Gogh, Gauguin en Picasso steekt er mager bij af, of het format laat het niet toe; kan ook. Nadat ik het programma zag, herinnerde Facebook mij aan deze oude post. Moest er weer om lachen.

Even dacht ik op de verkeerde verdieping te zijn beland – die waar de ontwikkeling van impressionisme naar pointillisme en fauvisme wordt uitgelegd. Bleek het Gerda Havertong, in zwart leer, op een motor, in een kerk. Ik vermoedde direct een serie caleidoscopische experimenten.

Heb opnieuw een abonnement op NRC genomen. Die van zaterdag heeft me weer overtuigd van de kwaliteit van de krant.

Met Roos binnen twintig minuten en zonder gedoe een tv-kastje in elkaar gezet, dat niet van Ikea kwam en daarom moeilijker in elkaar zat. Roos heeft veel meer technisch inzicht dan ik, dus ik volg haar aanwijzingen altijd keurig op.

Bij uitzondering keek ik naar vrouwenvoetbal, maar na een halfuur was het genoeg. Wat de Oranje Leeuwinnen lieten zien, was meelijwekkend slecht. Slappe steekpassen, passes waar niemand op kan lopen, spelers die het erbij laten hangen omdat het even niet lukt… Dit team wordt geen wereldkampioen.

Nieuwe serie aan het kijken: Zone Blanche, wat zich afspeelt in de bergen rond Villefranche. Het deed me denken aan een fotoserie die we vijf jaar geleden in het Maison de la Photographie in Lille zagen, waar ik toen dit over schreef.

Jean-Claude Romand pretendeerde 18 jaar lang dat hij een arts was en een vooraanstaand onderzoeker bij de World Health Organization. Achttien jaar lang liet hij vrienden en familie geloven dat hij naar zijn werk ging, terwijl hij in werkelijkheid (in zijn auto) tochten maakte in de omgeving (Jura). Soms bleef hij uren op een plek om ’s avonds weer terug te keren bij zijn vrouw en twee dochters.

Op een dag kon hij niet langer met het bedrog leven, waarop hij zijn vrouw en dochters doodschoot. Hierna reed hij naar zijn ouders die hij tijdens het avondmaal eveneens doodschoot. En de hond. De dag erna probeerde hij zijn voormalige maîtresse te wurgen. Dat lukte niet, waarna hij haar simpelweg zijn excuses aanbod en naar huis reed. Daar nam hij slaappillen in (ver over datum!) en stak hij het huis in brand. Brandweermannen konden zijn leven redden. Romand kreeg levenslang.

Tijdens een fototentoonstelling in Lille zag ik de foto’s die Romand tijdens zijn ritten nam. Ik wist nog niet wat hier speelde en vond de serie duister, vreemd, maar ook romantisch en mooi geënsceneerd. Later werd ik geconfronteerd met mijn eigen perceptie van wat werkelijk is. Nog meer vroeg ik mij af welke absurd-geniale geest besloot de foto’s te bewaren en ze als kunst te presenteren.

We often say that you have to live with misunderstandings, and often we have been quite comfortable with them.

Linguïstisch imperialisme lezen we in het MACBA bij een tableau van zestien geschilderde vruchten. Ze verschillen alle in kleur en vorm, hadden ooit een eigen inheemse naam, maar de Spaanse bezetter kende alleen maar abrikozen, waarna alles abrikoos werd. Het fenomeen komt overal ter wereld voor, bijvoorbeeld waar tweetalige plaatsnamen verplicht zijn, zoals in België en in Friesland. En op de universiteiten waar Engels de voertaal wordt, maar dat heet dan vriendelijker culturele overheersing.

Barcelona liet zich minder gemakkelijk ontsluiten dan andere Spaanse steden, vonden Roos en ik. Maar we kregen de vinger er niet achter, waar dat in zat. We weten dat je stad waar je bent tekort doet als je haar vergelijkt met andere steden, dat Madrid mooier is, Sevilla liefelijker, Malaga vriendelijker, en ook die vergelijkingen vereenvoudigen te veel. Op onze laatste avond aten we in een goed restaurant, pakweg 600 meter van ons appartement. Op de weg terug liepen we door een verrassend leuke wijk, met cafés, winkels, graffiti her en der, een enorme markthal. We zagen Berlijn voor ons, zeiden dat ook, maar vonden op dat moment een reden om terug te keren.

In een van de musea werd een oude man rondgereden in een rolstoel van het merk Karma. Karma is a bitch, dacht ik. Nee, wacht … Karma is een trut.

IMG_1533Niet die ene wijk.