Kan een ‘adviescommissie teruggavebeleid van koloniaal roofgoed’ met deze naam en in deze identitaire tijd komen tot een andere conclusie dan dat de kunst terug moet worden gegeven? Wat waren de andere opties? Is besproken dat je die kunst in het museum laat, maar daar uitvoerig context bij geeft, zoals bij standbeelden van historische Hollanders?

En waarom reageerden musea die dergelijke kunst herbergen enthousiast op de uitkomst? Het gaat om duizenden stukken. De kans dat je een groot deel van de collectie kwijtraakt is groot. Wie is er blij met verlies?

Vooropgesteld: ik vind het prima dat kunst die is geroofd teruggaat naar het land van oorsprong, niet als excuses maar als verzoenend gebaar, begripvol. En kijk niet alleen naar de Rijkscollectie, maar ook naar die van de Oranjes (roofridders). Een royaal gebaar zou passend zijn, meer dan het besluit om niet meer in de Gouden Koets te rijden.

Je kunt er maar druk mee zijn.

Gisteren een nieuwe kledingkast besteld (de oude bleek ruim 25 jaar oud, berekende Roos) voor bijna de helft minder dan de maatkast waarvoor we vorige week in de weer waren.

Kocht vandaag de fotostriproman van Ype Driessen, wat ik een interessant concept vind. Hetzelfde geldt voor het chapbook Het gesprek van Jeroen van Rooij, waarin hij antwoord geeft (neem ik aan) op verdiepende vragen, bedoeld om een gesprek op gang te helpen. Bron van de vragen is de Evangelische Omroep.