Ik ben al enige tijd epic slice owner voor Nieuws 3.0 en sinds gisteren blijkbaar ook placeholder voor ons content management systeem. Niet dat ik baas ben of zo, maar ik mag meepraten over wat er wordt bedacht en gemaakt voor intranet. Een baasje was ik natuurlijk altijd al.

Dat werd me gisteren – toen ik weer op kantoor was – lachend verteld, nadat ik veel aandacht vroeg (maar op een goede manier). Ik schoof spontaan aan bij enkele collega’s die een nieuwe bladformule bedenken; we gaan van twee bladen naar één. Leuke sessie en hoognodig. Onze bladen staan al een tijdje stil. ’s Avonds was ik doodop, vooral van mijzelf.

Ik dacht naïef dat het op vrijdag rustig zou zijn bij de autowasstraat, om het Saharazand af te spoelen. Gekkenhuis. Ook bestaat het bedrijf 26 jaar en geeft het 26 eurocent korting op benzine. Het was hamsteren a la corona (maar ik had voldoende benzine).

Flink eind gefietst en eerder deze week ‘Visjes’ gekocht van Joost Oomen, waarvan ik dacht dat het een poëziebundel zou zijn, maar het is een reisverslag. Ik vorder in ‘Vervoersbewijzen’ van Tijl Nuyts. Bevalt me.

De eerste werkdag na het rouwverlof beviel matig. Er was een werkoverleg waarin duidelijk werd dat je niet kunt vertrouwen op langlopende afspraken en ik werd ‘meegenomen’ in een project om informatie uniform te maken (goed streven) wat in de praktijk neerkomt op een systeem erbij en heel veel dubbel werk. Ik lag er wakker van.

Ik was al murw door het opiniestuk van Kiza Magendane over musea. Die moeten verregaand gedekoloniseerd worden, want ze vertegenwoordigen nu enkel denksystemen die de hetero witte man als standaard plaatst. Ik kan niet zeggen dat dat niet klopt of dat niets moet veranderen (kom maar op met die verbetering), maar gek genoeg zie ik de witte vrouw als standaard. Maar dat zeggen, is niet woke. Dat schrijvende ontging het mij volledig dat 21 februari de internationale moedertaaldag was.

Ik keek vannacht – ik kon zoals gezegd niet slapen – naar talkshow M, naar het deel met Joost Oomen en ik werd er vrolijk van. Hij ging naar een eiland om vissen te vangen met zijn poëzie. Iconisch beeld: Joost met snorkel in het water, gedichten voordragend aan de visjes.