Zomaar door de “Oostenrijkse” familie uitgenodigd voor een dineetje, in een restaurant in de buurt. Om elkaar na maanden, misschien een halfjaar, weer eens te zien. Het werd gezellig en het eten smaakte. En temidden van al die gezelligheid zat de vriend van Marlene. De vriendelijke vent hield zich goed staande in het kabaal van het sextet Leenders-Deutinger-Van der Schaaf. Hij zei ook iets over dit blog, dat ik over deze avond iets moest schrijven, wat voelde als een cordon sanitaire, dat je niet alles noteert wat is gebeurd. Dus houd ik het bij het aantrekkelijke idee van een één-objectmuseum te Flachau, waarvoor zwager Theo al connecties heeft met het Museum der Moderne in Salzburg. En hij gaf de nieuwste versie van zijn Handbook of Tyranny. Zet je er wel een opdracht in, vroeg ik, waarna de tafel me glazig aanstaarde. Ik las gedachten… Moet ik iets ludieks verzinnen, dat ie moet huppelen, moet blaffen naar de ober? Waarna ik uitlegde wat een opdracht is en toen viel het een beetje tegen. O, dat.
Vorige week belde ik een collega, om hem te condoleren met het overlijden van zijn moeder. Wat hij beschreef, raakte me diep, deed me denken aan het overlijden van mijn vader, waarna de waterlanders kwamen. Ik hing snikkend op, wat ik eigenlijk fijn vond. De dood van vader raakt me nog.
Luca Deutinger
Eerste avondmaal
Ik ging in het bedrijfsrestaurant aan het lange eind van een tafel zitten, waar enkele collega’s zaten. Ze zeiden dat het niet nodig om daar zo alleen te zitten, en of ik Jezus was. Ik snapte dat niet goed, maar moest snel aan het werk en grapte dat het toch maar mijn laatste avondmaal was. En alles leuk en aardig, maar hoe zat het met dat eerste avondmaal? Zouden alle discipelen er bij zijn geweest? Wie niet? Was het een potluck dinner waarbij iedereen zelf wat moest meenemen? Ja, Jezus had je er graag bij. Die kon immers water in wijn veranderen. Maar ook dan… wat kreeg je in het glas? Een stevige Italiaan? Een fletse uit Israël?
Ik kreeg voor de vakantie van Luca Deutinger een poëziebundeltje met de titel 23, naar wat ik begrijp het huisnummer is waar Luca en haar vriendin de dichteres Daniella Verschuur in Berlijn woonden. Ik ben niet heel goed in beoordelen of iemand goed is (ik zie wel snel wat erg slecht is) en het bundeltje in corps vier is haast niet te lezen en het bevat enkele zetfouten, maar het geluid dat Daniella laat horen is krachtig, samengebald en ze is rijk in haar taal. Luca maakte er schetsen bij, wat het geheel uniek maakt; er zijn maar zes exemplaren. En ik heb er één.
Toch Weesp
Het was zomaar een etentje met de familie, op uitnodiging van schoonzus Monique die uit Flachau was gekomen. We gingen in Bussum naar restaurant Bregje, waarvan er meerdere blijken te zijn. Er hingen zwart-witfoto’s aan de muur, waarvan Luca Deutinger en ik al vroeg vermoedden dat dat Bregjes waren. Of ex-serveersters. Het werd allemaal reuze gezellig. We waren omringd door blonde Bregjes, zoals onze serveerster blond was, met een knotje. De jongeman die ons ook bediende, liep over van enthousiasme voor zijn vak. Of het gesmaakt had, vroeg hij, en ik zei prima, wat hij waanzinnig vond. En mijn bestelling cola eerder was super. Grappig: bij het afrekenen mompelde hij iets van tien menuutjes, wat mijn schoonzus begreep als tien minuutjes, wat ze niet kon plaatsen zodat de jongen wat narrig werd.
Tijdens het eten hadden we het voorzichtig over politiek. Er was gestemd, er was niet gestemd en Sigrid Kaag kon geen goed doen. “Vreselijk mens. Zo stijf.” En ik vond dat sterk overdreven, alsof alle politici een joviale Rutte moeten zijn.
Intussen spraken Roos en ik – verrassing – over de inschrijving voor nieuwbouw in Weesp. De deadline is overmorgen dus we staan laag op de lijst. Vrijdag horen we of het lukt, maar het lijkt me stug dat we in aanmerking komen. Maar Weesp is plots een optie, waar we die nooit hadden. Grappig: we zouden Amsterdam niet verlaten. Vanaf 24 maart is Weesp het zevende stadsdeel van de hoofdstad.
Ik verwacht snel een melding van WordPress dat ik goed bezig ben, met drie blogs achter elkaar. Mijn leven is spannend.
Plots zat ik een #metoo-discussie. De redactie had de dag ervoor een artikel geplaatst over eremedailles, uitgereikt aan politiemensen. De foto erbij was van een dame die de medaille opspelde bij haar partner. Toch zag een collega dat anders. Hij – en veel vrouwelijke collega’s namens wie hij sprak – zagen een clichébeeld, van een vrouw in adoratie van een man. Ik antwoordde wat ik zag en daar werd fel op gereageerd, of ik de klager voor de gek hield en dat ik de klacht niet serieus nam. Heel die dag verwachtte ik een mail voor een gesprekje met de klachtencoördinator. Het zijn hypergevoelige tijden.
Over Oekraïne kan ik niets zeggen, omdat niet te bevatten is wat daar gebeurt. Vanmorgen hadden we een koffieafspraak met ‘zwager’ Theo Deutinger en dochter Luca die in Amsterdam woont. Theo woont in Oostenrijk. Hij gaf geregeld les aan een universiteit in Moskou en dat is vanzelfsprekend voorbij. Hij voorspelt dat Moldavië in Russische handen valt en ook Kaliningrad dat tussen Navo-landen Litouwen en Polen ligt. De Russen zouden via Wit-Rusland een corridor naar dit geïsoleerde stuk Rusland willen. Als dat gebeurt, blijft een Derde Wereldoorlog niet uit. Over Rusland kan ik niets zeggen, omdat niet te bevatten is wat daar gebeurt.
Het is bijna een maand geleden dat mijn vader stierf. Ik ben blij dat hij van deze waanzin niets heeft meegekregen.