Het was zomaar een etentje met de familie, op uitnodiging van schoonzus Monique die uit Flachau was gekomen. We gingen in Bussum naar restaurant Bregje, waarvan er meerdere blijken te zijn. Er hingen zwart-witfoto’s aan de muur, waarvan Luca Deutinger en ik al vroeg vermoedden dat dat Bregjes waren. Of ex-serveersters. Het werd allemaal reuze gezellig. We waren omringd door blonde Bregjes, zoals onze serveerster blond was, met een knotje. De jongeman die ons ook bediende, liep over van enthousiasme voor zijn vak. Of het gesmaakt had, vroeg hij, en ik zei prima, wat hij waanzinnig vond. En mijn bestelling cola eerder was super. Grappig: bij het afrekenen mompelde hij iets van tien menuutjes, wat mijn schoonzus begreep als tien minuutjes, wat ze niet kon plaatsen zodat de jongen wat narrig werd.
Tijdens het eten hadden we het voorzichtig over politiek. Er was gestemd, er was niet gestemd en Sigrid Kaag kon geen goed doen. “Vreselijk mens. Zo stijf.” En ik vond dat sterk overdreven, alsof alle politici een joviale Rutte moeten zijn.
Intussen spraken Roos en ik – verrassing – over de inschrijving voor nieuwbouw in Weesp. De deadline is overmorgen dus we staan laag op de lijst. Vrijdag horen we of het lukt, maar het lijkt me stug dat we in aanmerking komen. Maar Weesp is plots een optie, waar we die nooit hadden. Grappig: we zouden Amsterdam niet verlaten. Vanaf 24 maart is Weesp het zevende stadsdeel van de hoofdstad.
Ik verwacht snel een melding van WordPress dat ik goed bezig ben, met drie blogs achter elkaar. Mijn leven is spannend.