Dat we uit Amsterdam kwamen én Duits spraken, dat vond de gastvrouwe van Kunsthaus NRW in Kornelimünster heel wat. En ze meende het, benadrukte ze. Aan het eind van onze rondgang moesten we natuurlijk weer een praatje maken. (Wij zijn tenslotte Nette Leute.) Bij het vertrek, in de deuropening, fluisterde ze ‘Tot Ziens’. So sagt man das doch auf Holländisch?
We waren de afgelopen dagen in Euverem bij Gulpen, dus niet in (tweede alternatief) Parijs en niet in Flachau (eerste alternatief) voor het lustrum van minus20degree. We kwamen voor het Ludwig Forum in Aken en om te wandelen door Limburg, wat we door de regen toch niet deden zodat we opnieuw naar Duitsland gingen, naar Kornelimünster. We gingen ook even langs het Drielandenpunt, waar we nooit waren, want wat heb je daar te zoeken?
Het vertrek was onrustig, door onze vaders. Mijn schoonvader gaat verhuizen, deelde hij plots mee, wat voor enig rumoer in de familie zorgde. Bij mijn vader had de huisarts ‘iets’ in zijn bloed gevonden, zodat er een gesprek met de familie plaatsvond. We vreesden erge ziektes, maar de uitkomst dat hij aan bloedarmoede lijdt was bekend. Hij eet veel te weinig, zei de huisarts tegen mijn broer en zwager die bij het gesprek waren, dus krijgt hij bijvoeding. Of hij dat toelaat, is de vraag; hoezeer hij dat – vel over been – nodig heeft.
minus20degree
Het zijn de eerste barsten in de Oostenrijkse gastvrijheid, constateerde zwager Theo. Bij een diner voor de deelnemers aan het kunstfestival minus20degree gaf iemand geld om af te rekenen, maar gaf de ober geen wisselgeld terug. ‘Omdat je hier altijd fooi moet geven’, zei de ober. En er was een taxichauffeur die de afspraak niet nakwam, van 5 euro per persoon voor brengen en terugbrengen. Hij bracht ons, maar wilde direct weg. Na aandringen bleef hij toch wachten, om aan het eind van de rit een extra bedrag te vragen. De Landesminister Salzburg zat ook in de taxi en sprak er schande van. Oostenrijkers willen deze banen niet, dus moet je wel met Oost-Europeanen in zee, was de teneur. Die bevolken inmiddels ook de pisten.
Het waren de enige smetjes op een fijne week. Op de aankomstdag sneeuwde het flink, wat prima sneeuw opleverde voor de rest van de week – en er was elke dag zon. Het plezier zat ook in het kunstfestival, dat dit jaar voor de vijfde keer werd gehouden. Zwager Theo Deutinger organiseert het (gesteund door zijn vrouw Monique Leenders), met onder anderen architecten Stefanos Filippas en Ana Rita Marques. Dit jaar werden negen kunstwerken gepresenteerd rond het thema Global Village (dat voor drie dragen bestond, gebouwd door studenten uit Münster). Er was onder meer werk van de fin Antti Laitinen, die landschapskunst maakt. Dit keer transformeerde hij een boom. Op zoek naar het perfecte exemplaar (10 kilometer verderop, vandaar de taxirit) zag hij een bevroren meer, waarop hij vroeg waarom niemand gaten in het ijs hakt, zodat je er kunt zwemmen.
Naast mijn eigen poëziebijdrage aan het open podium was er nog het absurde theater van Wolfgang Obermair en Peter Fritzenwallner. Ze hadden gedurende het festival een aantal performances, met op de laatste dag een processie naar de ingang van het dorp waar een kunstberg staat als poort naar Flachau. Je kunt er naar binnen, hadden de kunstenaars uitgevonden, die de stoet (onder wie Roos en ik) de berg inleidden. Daar was poppenspel en zongen de processiegangers in canon Das Ende ist Nah, Das Ende is Nah Hurra, Hurra, Hurra.
Het einde diende zich niet direct aan, maar zo het komt, dan was u gewaarschuwd. We hebben erg hard gezongen.
Malek F stak op 5 mei 2018 op straat in Den Haag drie mensen neer. Hij verklaarde dat ’een vogel’ hem had ingefluisterd dat hij mensen moest doden. Ook gelooft hij dat satanisten hem achtervolgden en zag hij visioenen van ’vrouwen uit de hemel’. Als het niet zo gruwelijk was, zou het sterk proza zijn. Vrijdag na het werk op het terras een pilsje gedronken met mijn schoonvader en Roos. Daar Barend en Annemarie van Silver Portrait Store weer ontmoet; de mensen die Roos en mij zo mooi portretteerden.
Zaterdag weer eens gefietst, naar mijn vader in Purmerend, die er helaas niet was, maar dat is een goed teken, want meestal is ie dan onderweg met de bus voor een toertochtje dat De Rusthoeve een paar keer per maand organiseert. Dat gebeurt de laatste tijd vaker, dat ik wil langsgaan en hij er niet is. Hopelijk kan hij de komende hitteperiode goed aan.
Vandaag gesport, eigenlijk was het te warm, waarna ‘zwager’ Theo Deutinger belde dat ie in de stad is. Hij was deze week gids voor een twaalftal Oostenrijkse architecten die Nederland bezochten, vooral Rotterdam en die afsloten in Amsterdam. Hij bereidt intussen het kunst- en architectuurfestival minus 20 degrees voor, dat volgend jaar in Flachau zijn lustrumjaar beleeft. Wie weet kan ik ook wat inzenden, want poëzie stond als van de weinige kunsten daar nog niet op het programma.
Wohlfühlen
Ik vond het een verbluffend simpel, maar uiterst creatief idee. Je gaat naar een club en neemt alles op wat een (Duitssprekende) DJ tijdens het optreden roept en zegt en filtert muziek en publiek weg. Geluidskunstcollectief Faxen uit Linz noemde het Après Après. De organisatie van de vierde minus20degree Winter Biënnale in Flachau zocht er een passende locatie bij: onder een afgesloten snelweg, waar tussen het beton een repeterende, hypnotiserende voorstelling ontstond.
De organisatie van dit kunstfestival had dit jaar nog gekozen voor een thema, Wellness, maar de lustrumeditie laat de kunst vrij, werd duidelijk tijdens een symposium. Een thema haalt je als kunstenaar uit koers, vond een van de organisatoren. Dan ontwikkel je jarenlang een taal en moet je opeens kunstgrepen toepassen om te voldoen aan een ander idioom. De deelnemers van min20D18 waren minder stellig en vonden een thema wel handig. Later sprak ik de drie heren nog, onder wie ‘zwager’ Theo Deutinger. Ik drukte ze op het hart voor de 2020-versie van min20degree ook aan poëzie en woordkunst te denken. Lastig, want het festival focust op kunst en ruimte (als architectonisch idee).
Verder heb ik vandaag een ISBN aangevraagd voor Hotel Vanilla Sweet. Nu antwoord van een Vlaamse uitgeverij al maanden uitblijft, heb ik besloten de bundel zelf uit te geven. Ontwerpster Saskia van Rossum waagt zich aan een cover. Dit gedicht sprak haar bijzonder aan.
Het geeft me een universeel gevoel
als een Japans meisje een foto van me maakt.
Mijn opbollende biceps springen dan
als een ei tevoorschijn, zacht en plotseling
alsof je even uitblaast.Het zijn steevast momenten dat ik onhandig
begin te verschijnen, zoals christenen neigen
naar een bergtraditie met klauteren.Overleef je een transplantatie
in een vreemd land dan neig je
naar kleinigheden zoals je hand observeren.Ik weet dan ook bijna niets over Japanners
alleen dat ze dode muizen in een sok stoppen
en in een vrieskist leggen en dat ze het woord
wederopbouw vaak gebruiken.