Toch Weesp

Het was zomaar een etentje met de familie, op uitnodiging van schoonzus Monique die uit Flachau was gekomen. We gingen in Bussum naar restaurant Bregje, waarvan er meerdere blijken te zijn. Er hingen zwart-witfoto’s aan de muur, waarvan Luca Deutinger en ik al vroeg vermoedden dat dat Bregjes waren. Of ex-serveersters. Het werd allemaal reuze gezellig. We waren omringd door blonde Bregjes, zoals onze serveerster blond was, met een knotje. De jongeman die ons ook bediende, liep over van enthousiasme voor zijn vak. Of het gesmaakt had, vroeg hij, en ik zei prima, wat hij waanzinnig vond. En mijn bestelling cola eerder was super. Grappig: bij het afrekenen mompelde hij iets van tien menuutjes, wat mijn schoonzus begreep als tien minuutjes, wat ze niet kon plaatsen zodat de jongen wat narrig werd.

Tijdens het eten hadden we het voorzichtig over politiek. Er was gestemd, er was niet gestemd en Sigrid Kaag kon geen goed doen. “Vreselijk mens. Zo stijf.” En ik vond dat sterk overdreven, alsof alle politici een joviale Rutte moeten zijn.

Intussen spraken Roos en ik – verrassing – over de inschrijving voor nieuwbouw in Weesp. De deadline is overmorgen dus we staan laag op de lijst. Vrijdag horen we of het lukt, maar het lijkt me stug dat we in aanmerking komen. Maar Weesp is plots een optie, waar we die nooit hadden. Grappig: we zouden Amsterdam niet verlaten. Vanaf 24 maart is Weesp het zevende stadsdeel van de hoofdstad.

Ik verwacht snel een melding van WordPress dat ik goed bezig ben, met drie blogs achter elkaar. Mijn leven is spannend.

antti

Het zijn de eerste barsten in de Oostenrijkse gastvrijheid, constateerde zwager Theo. Bij een diner voor de deelnemers aan het kunstfestival minus20degree gaf iemand geld om af te rekenen, maar gaf de ober geen wisselgeld terug. ‘Omdat je hier altijd fooi moet geven’, zei de ober. En er was een taxichauffeur die de afspraak niet nakwam, van 5 euro per persoon voor brengen en terugbrengen. Hij bracht ons, maar wilde direct weg. Na aandringen bleef hij toch wachten, om aan het eind van de rit een extra bedrag te vragen. De Landesminister Salzburg zat ook in de taxi en sprak er schande van. Oostenrijkers willen deze banen niet, dus moet je wel met Oost-Europeanen in zee, was de teneur. Die bevolken inmiddels ook de pisten.

Het waren de enige smetjes op een fijne week. Op de aankomstdag sneeuwde het flink, wat prima sneeuw opleverde voor de rest van de week – en er was elke dag zon. Het plezier zat ook in het kunstfestival, dat dit jaar voor de vijfde keer werd gehouden. Zwager Theo Deutinger organiseert het (gesteund door zijn vrouw Monique Leenders), met onder anderen architecten Stefanos Filippas en Ana Rita Marques. Dit jaar werden negen kunstwerken gepresenteerd rond het thema Global Village (dat voor drie dragen bestond, gebouwd door studenten uit Münster). Er was onder meer werk van de fin Antti Laitinen, die landschapskunst maakt. Dit keer transformeerde hij een boom. Op zoek naar het perfecte exemplaar (10 kilometer verderop, vandaar de taxirit) zag hij een bevroren meer, waarop hij vroeg waarom niemand gaten in het ijs hakt, zodat je er kunt zwemmen.

Naast mijn eigen poëziebijdrage aan het open podium was er nog het absurde theater van Wolfgang Obermair en Peter Fritzenwallner. Ze hadden gedurende het festival een aantal performances, met op de laatste dag een processie naar de ingang van het dorp waar een kunstberg staat als poort naar Flachau. Je kunt er naar binnen, hadden de kunstenaars uitgevonden, die de stoet (onder wie Roos en ik) de berg inleidden. Daar was poppenspel en zongen de processiegangers in canon Das Ende ist Nah, Das Ende is Nah Hurra, Hurra, Hurra.

Het einde diende zich niet direct aan, maar zo het komt, dan was u gewaarschuwd. We hebben erg hard gezongen.