Faiku

Roos had zich bij de Vriendenloterij aangemeld voor een laatste kans op Vermeer, wat zowaar lukte, op zaterdagavond half negen. Er waren meer vriendenloterijvrienden uitgenodigd die een praatje kregen (twee keer applaus voor onszelf, omdat we 134 musea in Nederland ondersteunden), waarna we konden bezichtigen. We stonden vaak alleen voor de schilderijen, hoogstens drie mensen erbij, wat ongetwijfeld beter is dan het museum overdag met honderden bezoekers. Het voelde exclusief, met nog een drankje na.

In mijn nieuwe bundel onderbreek ik de ‘stream of consciousness’ met valse haiku. Haiku die qua inhoud en vorm afwijken van wat is voorgeschreven (sorry, mijnheer Basho). En omdat het geen haiku zijn, mag ik ze geen haiku noemen. Ik noem ze daarom faiku. En toeval of niet, de naam Faiku betekent in India ‘een valse belofte’. Een valse belofte van haiku. Ik ga er een keer een bundel van maken.

Hoe je dichter wordt

In het Kröller-Müller leerde ik hoe je dichter wordt. Het is vrij simpel. Je gaat naar de berg Helicon waar de negen Muzen leven. Je wacht dan op Pegasus die de Muzen tot stilte maant met hoefslagen. Op die plek waar de hoeven de grond raken, ontstaat een heilige bron. En als je dat water drinkt, krijg je de gave van het dichten.

Bij buitenrestaurant Monsieur Jacques aten we onze lunch. Voor Roos een broodje gegrilde kip, terwijl ik een rillette van makreel koos. Heerlijk. Vooral de ingelegde venkel erbij.

We hebben voor echt maar één keer hout voor de brander op het terras gekocht. We gebruiken de Zwitserse aansteekmethode. Dan stook je van bovenaf.

12-uurtje

Het is een goede traditie: weg uit Amsterdam om Koningsdag te ontlopen. De eerste drank- en discoboten voeren al langs toen wij in de auto stapten. Doel was een Cuber (een fraai omgebouwde container) op de Hoenderlose Veluwe. We waren te vroeg en waren de koffie vergeten dus naar de dichtstbijzijnde supermarkt, wat een Albert Heijn bleek te zijn. In Truttenschuddenveen, ook bekend als Beekbergen. Voor de boodschappen liepen we door het dorp. Roos wees op een briefje bij de kerk waar op stond dat als je hulp nodig had, je je adres moest achterlaten. Zouden ze echt naar de Prinsengracht komen? Nog steeds te vroeg durfden we bij een café te lunchen. Veel oranjeversierselen daar maar nauwelijks volk. Wie er was droeg iets oranje. Een ouder echtpaar had papieren bloemen in de Nederlandsche driekleur. We bestelden een twaalfuurtje: twee casinowit met kroket en uitsmijter. Ik wilde melk en kreeg volle melk. Toen we klaar waren grapte de buurman dat we een 1-uurtje hadden gekregen.

Zum Habsburghaus?

Bij het ontbijt zei ik tegen Roos – spontaan, zonder directe aanleiding van krant of tv – dat ik graag eens naar Triëst ga. Dat het misschien past bij een Habsburgse reisje, waarbij we dan niet per se de grote steden aandoen (wel Wenen) maar alles aan die Kaiserliche rafelrand. Roos is zo leuk dat ze direct meer wil weten. Al snel zei ze dat Triëst ook wel Wenen aan Zee werd genoemd en dat men er Sloveens, Duits en Italiaans spreekt. En dat het er best mooi uitziet.

Als we vanmiddag het Cobra Museum voor Moderne Kunst bereiken, is dat heel wat; in Amstelveen, dat op geen enkele vergelijking mag rekenen.

Ik fietste gisteren naar de bouwplaats van De Hofdame, waar vorige week officieel de eerste paal is geslagen (werk dat feitelijk twee weken eerder begon). Wat me opviel is dat de garage niet wordt uitgegraven, maar op maaiveldhoogte blijft.

Weesp wordt steeds realistischer. We hebben besloten ons Amsterdams toilet toch te renoveren, om de verkoop te begunstigen. En dan hebben we er anderhalf jaar nog zelf ‘plezier’ van. Donderdag komt een aannemer. Een Nijenrodiaan (zocht Roos uit).

Generatie ongemak

De inclusiescan. De bespreking in mijn groep vond ik een oefening in ongemak. Niet doordat we eerlijk konden zeggen wat we van inclusie en diversiteit vonden, maar door wat er niet kon worden gezegd. Het was hakkelen en stamelen en woorden zoeken die een beetje leken op je eigen ideeën en toch aansloten bij de noodzaak van inclusie. Wat niet hielp, was dat de gesprekken werden geleid door onze leidinggevenden (ze deden het naar omstandigheden heus goed), waar een neutrale gespreksleider nodig was. Al was het om om te gaan met de emoties die opborrelden.

Openlijk kunnen praten over inclusie begint bij een veilige omgeving, en die moet je – ik werk bij de politie – afzetten met linten. Regels waarin je helder kunt vertellen wat je stoort, wat je dwarszit zonder de ander aan te vallen. Het had kunnen voorkomen dat ik bij de opening van het gesprek als voorbeeld werd gesteld van iemand die heel veel privileges heeft en een ander heel veel obstakels. Ik reageerde scherp en lag direct mijlenver achter. En of het gesprek al niet smeulde, zie iemand – heel eerlijk en oprecht – geen begrip te hebben voor wie inclusie niet omarmde.

Misschien is het toch een generatieconflict, dacht ik achteraf. Van mensen als ik die opgroeiden in een witte omgeving die lang wit is gebleven, en anderen voor wie de omgeving altijd al divers was. In de uitslag van de scan staat, dat als je laag scoort op een inclusieve thuisomgeving, je je best moet doen om die diverser te maken. Zo worden de grenzen tussen werk en privé steeds kleiner. Op het werk ga ik mijn best doen om de anderen (ik vind even geen beter woord) stem te geven, ze voor te trekken. Niet omdat dat moet, niet omdat dat beleid is, maar omdat ik heus zie wat het kan brengen.

Maar thuis is thuis, vul ik mijn voorrechten zelf in. Niets radicaals hoor, eerder burgerlijk, met simpele wensen over geluk, geborgenheid en gezondheid. Een thuis voor een paar vrienden, maar vooral een thuis met Roos.

Earth without art is eh

Na bezoekjes aan onder meer Musée du quai Branly (geweldig), Fondation Louis Vuitton (tentoonstelling Monet-Mitchel viel zeer tegen, krabbelaar Mitchel vooral; die op geen enkele manier gelijkwaardig is aan Monet) en Centre Pompidou (groots) waren Roos en ik het erover eens dat Amsterdam dit kunstniveau nooit haalt, zeker niet het Stedelijk Museum dat kunst ondergeschikt maakt aan de juiste boodschap. Treffend wellicht dat op de weg terug met de Thalys stedelijk directeur Rein Wolfs met zijn posse instapte in Antwerpen, één stoel achter ons. In de stoel schuin voor ons zat Annelies van der Pauw, voorzitter van de Raad van Toezicht en boerin eersteklas. Ze voerde hardop telefoongesprekken, voeten op de stoel, en ging ook nog eens flossen. De dames achter ons, naast Rein, zaten over fund raisers te praten, over een boekje om dementen door een museum te krijgen en er was iets te maken door Irma Boom. En er was Gooische Janneke die ook iets met de groep te maken had, maar drie wagons verderop zat. Wolfs mag dan streven naar meer diversiteit in de kunst, zijn entourage laat dat niet zien.

Parijs was overvloedig. Het hotel was prima, goede ligging, zeer goed ontbijt, maar de kamer was erg klein, zeker voor vijf dagen. En steeds uit eten moeten, ben je op een gegeven moment wel beu. Maar we namen het zoals het kwam en genoten.

Laat mij spoorslags gaan

We zouden naar het NDSM-terrein lopen waar iets cultureels was, maar omdat we er toch langsliepen gingen we even de Bijenkorf in, omdat Roos wilde kijken naar sokken in de uitverkoop. We kwamen langs de stand van Dior en daar zag Roos plots het parfum dat ze graag wilde ruiken: Oud Ispahan Mitzah (een van de iconische geuren van La Collection Privée). We zochten er naar in andere steden, in het buitenland, maar steeds zei men dat je het enkel in Parijs kon kopen. En nu zowaar in Amsterdam.

Ik zei de verkoopster dat ik de naam kende van een gedicht. Nou, zei ze blij, u bent de eerste die dat zegt. Waarna ze zei dat ze Fransen die dit parfum kochten, wilde uitleggen dat er in Nederland een mooi gedicht over was, maar dat kenden ze niet. We kwamen ook te weten dat Parijzenaars de voorkeur gaven aan het meer doorsnee Bois D’Argent. Of Roos nog wat samples wilde, ja graag, waarna ze tot haar eigen verrassing een uur lang in de make-up ging. Ondertussen stond ik daar maar, trés cool, zodat mensen mij als verkoper van Dior zagen en me van alles vroegen. Een dame wilde een parfum in haar gezicht spuiten, waarna ik zei dat ze het ook als mondwater kon gebruiken, wat de twee mannen bij haar erg grappig vonden. De NDSM hebben we niet gered. De sokken zijn wel gekocht, met vijftig procent korting.

Het gedicht van Nicolaas van Eyck

De tuinman en de dood

Een Perzisch Edelman:

Van morgen ijlt mijn tuinman, wit van schrik,
Mijn woning in: “Heer, Heer, één ogenblik!

Ginds, in de rooshof, snoeide ik loot na loot,
Toen keek ik achter mij. Daar stond de Dood.

Ik schrok, en haastte mij langs de andere kant,
Maar zag nog juist de dreiging van zijn hand.

Meester, uw paard, en laat mij spoorslags gaan,
Voor de avond nog bereik ik Ispahaan!” –

Van middag (lang reeds was hij heengespoed)
Heb ik in ’t cederpark de Dood ontmoet.

“Waarom,” zo vraag ik, want hij wacht en zwijgt,
“Hebt gij van morgen vroeg mijn knecht gedreigd?”

Glimlachend antwoordt hij: “Geen dreiging was ‘t,
Waarvoor uw tuinman vlood. Ik was verrast,

Toen ‘k ’s morgens hier nog stil aan ’t werk zag staan,
Die ‘k ’s avonds halen moest in Ispahaan.”

Divers? Moi? Parbleu!

Donderdag ging ik voor een interview naar Maastricht. Een retourtreinreis van 4,5 uur die ik melancholiek onderging, zonder te weten waarom. Ik kwam voor een interview over wat de politie doet tegen kunst- en antiekcriminaliteit. Het werd een goed en onderhoud gesprek. Achteraf was ik blij niet voor Teams te hebben gekozen, wat me meer en meer tegenstaat. Teams vind ik tegennatuurlijk vergaderen.

Ik mag een gedicht leveren voor een bundel over diversiteit, met Splinter Chabot als gastredacteur en onder auspiciën van XSAGA: “een live communicatiebureau dat betekenisvolle ervaringen creëert”. Geen idee hoe ze bij mij kwamen, want als dichter ben ik al jaren uit beeld en in de inclusiehoek zul je me zelden zien. Ik antwoordde verrast dat ik als oudere, witte, heteroseksuele dichter natuurlijk graag een bijdrage lever.

We kijken uit naar Parijs, waar Roos en ik ons tienjarig huwelijk vieren en twintig jaar samen zijn. Gelukkig samen zijn.

In Weesp nichts neues.

Iemand plannen?

Verrassend genoeg hield ik het vol tot na twaalven, waar ik doorgaans om 22.00 uur al knikkebol. Maar het was dan ook oud en nieuw en die transitie wil je meemaken. Al is het om 2022 achter te laten: het jaar waarin vader overleed en de pijntjes van het ouder worden doorzetten. Een jaar vooral zonder overtuiging, van veel automatismen. In maart pas namen we afscheid van de beperkingen rond corona, maar volledig vrij voelde het nooit.

2022 was ook een jaar van de keuze te verhuizen naar Weesp, waar we over anderhalf jaar een nieuwbouwappartement mogen betrekken. Ik sprak er vanmorgen over met mijn broer (beste wensen, beste wensen terug) die zijn Vinexwijk in Purmerend beu is (gisteren vanwege het vele vuurwerk).

Ik belde nog met mijn zus, voor de beste wensen en om te vragen wanneer mijn zwager met pensioen mag. Nog zes dagen werken, zei ze en dan verlaat hij het korps officieel per 26 januari, op zijn verjaardag. Hoewel we allebei voor de politie werk(t)en, hebben onze paden elkaar nooit gekruist.

Gemene deler in die gesprekjes: niemand maakt plannen. We zijn door al die crises voorzichtig geworden.

Milder, niet mak

Onder de FB-post ‘Du darfst Weihnachten nur etwas machen, was mit dem ersten Buchstaben deines Vornamens beginnt’ zette mijn allerbeste neef Carsten ‘Christ sein’, wat ik passend vond voor hem en voor Kerstmis. Ik kwam niet verder dan ‘Maul halten’, omdat ik het afgelopen jaar te vaak mijn zegje had gedaan. Op het werk natuurlijk. Ik gaf repliek waar dat nodig was, om vaak te merken dat ik er alleen voor stond. Collega’s belden me soms later dat ze het goed vonden dat ik er wat van zei, maar waarom zeg je het zelf niet, dacht ik? Het nieuwe politiemagazine is gestoeld op archetypen, waaronder de rebel. Bij de eerste opzet had een groep mijn foto bij dat archetype geplakt, wat ik niet eervol vond. Mark de neezegger, de querulant.

Maar er gloort licht in mijn profiel. Er waren jaargesprekken waarvoor je ‘feedback’ moest halen van minstens drie collega’s. De tendens in die antwoorden was dat ik milder was geworden. Tegelijk was er wens om niet mak te worden. Tegenspraak blijft nodig, zeker in het communicatievak waar consensus alles vlak slaat.

Er is de afgelopen maand het nodige gebeurd, maar zelden iets om over te schrijven. We kwamen er wel achter dat de horeca het spontane heeft uitgebannen. Uit eten zonder reservering kan niet meer, ondervonden we tijdens een weekendje weg. Met het oog op Parijs februari (onder andere om ons tienjarig huwelijk te vieren) kiezen we voor de laffe zekerheid van reserveren.

Gisteren schandalig lekker gegeten: Tournedos Rossini met spinazie en aardappelkroketjes. Er bij een lekkere spätburgunder. In januari trek ik de alcohollicentie volledig in.

Professioneel

Woensdag kreeg Roos de vierde coronaprik en ik mocht hem gisteren halen. En die duvelse GGD was snel, want vandaag al stond ie in de corona-app. Ook professioneel: het advies van de lijstenmaker voor het schilderij dat we vorige week kochten. Bij het verwijderen (deed ze handig) van de lelijke, te grote lijst kwam de naam van de schilder tevoorschijn: Ter Reehorst. Het kan Carel Hubertus ‘John’ ter Reehorst zijn, geboren te Amsterdam 1901 en overleden in 1985, of zijn vader Wim ter Reehorst. We vermoeden de eerste, zonder te weten waarom.

De nieuwe lijst kost evenveel als het schilderij, maar ach, een kniesoor.

We wilden naar Amsterdam Noord, neuzen bij Van Dijk en Ko, maar botsten op het Amsterdam Dance Event, dat ons de weg blokkeerde met een kaal ogende parade en met feestgangers die massaal Het IJ wilde oversteken. Dan maar door naar het Houthavenveer, dachten we slim, maar ook daar een sliert. Gezien de geestdodende beats, begrepen we de nood aan geestverruimende middelen.

Voor mij volstond Ukase van John Asbery, in A Worldly Country

Ukase
And as you were indulging in the thesaurus,
or, more precisely, being indulged,
the word-rabbits came hippity-hopping along.
Soon it was dusk. The weary river passed
to ask you the same song over again; the birds
(who knew it all by now) were silent;
and it was time to mold the analytical
to the time-sensitive. That is,
to say that it had happened and we were
no worse for it. Indeed, the sky
and nearby barns seemed about to chime
as we were getting our stuff together, ready
to leave, as always, though not quite decided
what tributes to accept, if night should bring any.

What a chump! Excuse me …
It is to the wind and the windflowers I address these
afterthoughts, if they can be dignified
as such. And I digress, too,
in the gloaming where all can be finessed
as we are incurably, undeniably aging,
only I can’t tell what that feels like–
It’s so true! Not when, but if.
But we’ll know it before it happens–we’ll
recognize us from the way we look at each other,
not from any urgent movement forward
or anything like that.

Vooral het laatste deel van de tweede strofe spreekt me aan. In een wat amateuristische vertaling wordt het dit:

En ook ik dwaal af,
in de schemering waar alles kan worden verfijnd
omdat we ongeneeslijk, onmiskenbaar ouder worden,
alleen kan ik niet zeggen hoe dat voelt–
Het is zo waar! Niet wanneer, maar als.
Maar we zullen het weten voordat het gebeurt–we zullen
elkaar herkennen aan de manier waarop we naar elkaar kijken,
niet van een dringende beweging voorwaarts
of iets dergelijks.

Bomen

Ik was een beetje gerustgesteld toen ik las dat Poetin geen conflict wil met de NAVO, wat zou leiden tot een wereldwijde ramp. Maar Oekraïne heeft daar niets aan. En ik begrijp dat dergelijke uitspraken horen bij een informatieoorlog die al jaren duurt, niet pas acht maanden.

De eerste week na de vakantie heb ik goed doorstaan. Mag een interview doen met de Nationale ombudsman, maar tijd vinden – een halfuurtje maar – is lastig.

In de tram werd een oudere heer boos op de conductrice. Hij schreeuwde dat ze hem niet voor de gek moest houden en besloot met ‘troela’. Lang niet gehoord. Evenals het woord stokebrand, dat gold voor de Bosnische president Milorad Dodik.

Gisteren een schilderij gekocht. Een Scandinavisch ogend winterlandschap met bomen. We hadden hem eerder gezien (in een zaak waar ze kunstbloemen verkopen) maar aarzelden. Bij binnenkomst bleek het schilderij groter dan gedacht. Wel gaan we de lijst vervangen. ‘We hebben blijkbaar iets met bomen,’ merkte Roos later op, doelend op twee eerder aangeschafte werken.

Begin vorige week de laatste handtekeningen gezet voor ons appartement in Weesp. Nu is het wachten. Mensen die het voor het eerst horen, begrijpen niet dat we van de Prinsengracht vertrekken. Dat je zo’n plek verlaat…

Ongemak

Roos kon niet mee op bezoek naar broer Robbert, omdat ze zich slecht voelde. Ik ging er heen om een handtekening te zetten rond de financiën van vader en kreeg er een aangename namiddag voor terug. Om middernacht echter was ik aan de beurt, met overgeven en uren geen slaap. Rond half zeven dommelde ik eindelijk in.

Ik ben niet in optimale vorm voor het diner dat Ton en Kathy vanavond geven voor hun 25-jarig huwelijk.

Heb me gisteren gewaagd aan een oudere novelle van Abdelkader Benali: ‘Het blauw van de zee en het blauw van de stad.’ Ik las eerlijk gezegd nooit eerder iets van hem en zal het voortaan laten. Een mens kan slechts een beperkte hoeveelheid overdadig proza aan.

Kunstroute

Wie veel Hockney verwacht bij Hockney’s Eye in Teylers Museum zal teleurgesteld zijn. Er hangen enkele geschilderde portretten, drie iPad-tekeningen, twee landschappen en dat is het. Een bezoeker merkte op dat het rommelig was, wat klopte.

Foam brengt Foam Talent, wat net zo goed Foam Divers had kunnen heten, door de sterke focus op inclusie. Ik houd er van uitgedaagd te worden, wat bij deze expositie niet gebeurde (of ik liet het niet toe…). Wat je tegenwoordig veel ziet: archiefmateriaal als de Grote Ontdekking. Ook Huis Marseille ontkwam er niet aan. Nhu Xuan Hua daarentegen was verrassend.

Gisteren de verjaardag van Roos gevierd: bescheiden, met (o armzaligen) een taartje in de Ikea, want er waren servetten nodig, en ’s avonds een serieuzer bezoek aan restaurant Kyo.

Eergisteren was mijn racefiets eindelijk gerepareerd, zodat ik na een maand weer aan de bak kon, met vandaag een herhaling, ondanks de forse windkracht. Ergens deze maand ben ik conditie verloren, aan de kust, op een terras, in een restaurant. Voor de eerlijke vinder wacht een beloning.

We leven bij de dag, zonder plannen vooraf, zoals dat hoort bij vakantie.

Onder de slaapboom

Sinds de terugkeer uit Spanje slapen we ons suf; zelfs Roos deed de eerste dagen dutjes, wat ze nooit doet. We wijten het aan het slechte, te smalle bed in Malaga. Voortaan is een groot, breed bed de norm.
Met begin deze week veel regen in het vooruitzicht besloten we Duitsland niet aan te doen; zelfs al zijn de vooruitzichten nu beter. Maar ons verblijf in Spanje heeft genoeg gekost en ook wij merken de inflatie. Zo is onze gasrekening met honderd euro per maand verhoogd, zelfs al gebruiken we meetbaar minder.

Op de sportschool sprak iemand me aan, met ‘hee Mark, leuk je hier te zien.’ Ik aarzelde want ik kende haar niet, waarna ze zei dat ik toch Mark was, van Hunkemöller?! En toen ik ontkende, dat ik op hem leek, als twee druppels water. Ik zocht op LinkedIn en kwam bij deze Marc uit, op wie ik niet lijk.

De sloop van de Rabobank in Weesp is klaar, zodat de bouw van De Hofdame kan beginnen. We moesten enkele bouwtekeningen accorderen en kregen ons nieuw adres, aan de Prinses Irenelaan. De oplevering staat nu voor het tweede kwartaal 2024.

De afgelopen maand heb ik met veel geduld zinnen verzameld, van tv, uit kranten, van het internet. Van al die zinnen heb ik (met eigen bedenksels) een nieuwe bundel gecomponeerd: onder de slaapboom. Hij komt uit bij Uitgeverij crU van Nanne Nauta en daar ben ik natuurlijk blij mee.

Vliegschande

‘Nach Auschwitz ein Gedicht zu schreiben, ist barbarisch’, zei socioloog Adorno. Wat zou het kantelpunt voor massatoerisme moeten zijn, van nooit meer toerisme na? Had dat de Ardèche in de jaren zeventig moeten zijn toen Fransen ‘NL go home’ op de muren kalkten en er aanslagen werden gepleegd op makelaars die zaken deden met Nederlanders? Moesten dat de aanslagen in Luxor in 1997, Bali 2002 of Mumbai 2008 zijn waarbij velen het leven lieten? Welke excessen leidden tot verandering?

Niets van die narigheid voor ons (ik weet, het vergelijk met die verschrikkingen kan niet). Ook geen schimmel op de muren, smerige wc’s, overboekt of Help Vakantieman. Malaga was aangenaam. Maar de vanzelfsprekendheid van een normaal reisverloop is weg. Dat kwam door het vertrek van Schiphol, het teleurstellende appartement, de KLM die de terugvlucht spontaan annuleerde en de verhuurder die op onze vertrekdag een taxi zou regelen, wat ie niet deed, zodat we naar het centrum moesten rennen voor een taxi. Het lukte net. Ook dacht hij dat we tot 17 september hadden geboekt, zodat er een reeële kans was dat er halverwege nieuwe verhuurders zouden zijn in ons appartement. Elke reis kent tegenslag, maar dit keer was het veel. De verandering: voorlopig niet meer vliegen, uit vliegschande (of -schaamte).

Toch was Malaga fijn. Alle dagen prachtig weer, veel musea bezocht (op de laatste dag twee nieuwe), heerlijk ontspannen en lekker gegeten. En het tussendoor-Concerto de Aranjuez was goed, door het symfonieorkest, niet door gitarist Pepe Romero (78 jaar) bij wie de virtuositeit uit de vingers is gegleden. Hij lijdt aan het John Miles-syndroom: een muzikant die niets anders kan spelen dat dat ene nummer.

Traag en loom

Komt het op slapen in Malaga aan, dan zijn Roos en ik circus Toni Boltini, wat niets met seks te maken heeft, maar alles met een gemankeerde trapeze-act door onze pijntjes. Roos zit met haar rechterbeen, ik met mijn frozen rechterschouder. Als we ‘s nachts omdraaien en woelen gaat dat met veel moeite en gesteun. Het helpt ook niet dat we in een bedje van 140 bij 180 slapen.

Eergisteren dineerden we met een vriendin (en haar vriendin) van Roos, die ook twee weken in Malaga is. Vooraf bezochten we het Carmen Thyssen Museum, dat elke zondag (zoals de meeste musea hier) na 16.00 uur gratis toegang biedt. Toch 10 euro p.p.; geld dat we liever besteden aan lekker eten en drinken.

De dagen worden traag, heerlijk loom.

Vroeg me af of de oorlog in Oekraïne er baat bij zou hebben gehad als Poetin was uitgenodigd voor de begrafenis van koningin Elizabeth. Niet dat hij die eer verdient, maar het mannetje wil erkenning als staatshoofd, voor vol worden aangezien.

Luctor et emergo

Schiphol is ronduit belachelijk geworden. Met zijn ellenlange wachtrijen. Er waren te veel mensen in paniek omdat ze hun vlucht niet gingen halen, als de maatschappij de vlucht niet zelf al had geannuleerd. De stress ging ook niet aan ons voorbij, ook al probeerden we er luchtig onder te zijn. “Kijk, bij Nieuw Vennep gaat de rij al draaien” en eenmaal in de rij terug hadden we de Kaap de Goede Hoop gerond.

Het appartement in Malaga valt erg tegen: toch te ver van het centrum, zonder buurtkroegjes of restaurants. Verder is de inrichting karig, gedateerd en veel is kapot. De verhouding prijs-kwaliteit is ronduit slecht; alle goede recensies ten spijt. We overwogen dan ook te verkassen. Vooral omdat Roos veel pijn had bij het lopen. Vanuit deze plek de stad verkennen zou niet gaan. Gelukkig ging het lopen vandaag zonder pijn, zodat we alsnog een goede dag beleefden.

We hebben buspassen gekocht – heel goedkoop hier – en hebben zo heel de stad binnen ons bereik. We haalden ons hart op in het CAC, aten pinxtos, dronken er wat bij en later nog wat en hervonden onze schwung. Het CAC is trouwens gratis. Ik vind dat het zo hoort. Musea in Nederland worden toch al zwaar gesubsidieerd. Maak ze volledig gratis. Zul je zien dat je meer mensen trekt, meer dan het witte seniorenpubliek waartoe ik ook hoor. Hier in Malaga waren er vooral veel jongeren…

Vandaag is wereldchocoladedag. We doen er niet aan mee (nooit).

Mijmer de mijmer

Heerlijk toch, dat dichter-vrienden Gert, Nanne en Ton volgende maand in Den Helder willen afspreken, omdat daar – zoals ze chatten – oude vrouwen zouden zijn. Ik word hard geconfronteerd met mijn seniorenbestaan, maar zij zijn ouder. Gelukkig reikt mijn ambitie niet verder van oude vrouwen, dus wat dat betreft is Den Helder een goede keuze.

Vandaag bezochten de kinderen het graf van moeder Pam, die sinds 4 september 2016 rust op de begraafplaats van Bussum. Het graf werd ontdaan van onkruid, nieuwe planten werden geplant en we vonden dat de tijd snel ging; alweer zes jaar geleden. Daarna koffie bij Kathy en Ton; de laatste niet de dichter-vriend, maar ook erg aardig.

Roos en ik gingen naar het Singer Laren, dat je sinds de verbouwing een serieus museum kunt noemen, met een uitgebreide collectie. Vooral het werk van Vlaming Théo van Rysselberghe was een verrassing.

Nog een weekje voor we met vakantie gaan. De voorpret is in gang gezet.



Terug

Ik had vandaag enorm zin om de epic te pullen, zodat ten minste een van de slices in progress zou staan. Maar we moesten bij de notaris onze handtekening zetten onder het koopcontract.

Ik ben weer heel. Roos is terug van een paar dagen Valencia. Ik slaap beter, eet met meer smaak en alles is leuker, fijner. Dat gebeurt na negentien jaar. Volgend jaar zijn we twintig jaar samen en tien jaar getrouwd.

Er was ook een snik om Olivia Newton-John, die eindelijk in Xanadu mag zijn.

Mooi liedje van Lotte.